Norbert – I

‘Zo zou het altijd moeten zijn hè Mar?’, vraagt Norbert ergens tussen bocht 7 en 6 waar het leven deugt. Ondertussen geeft hij een high five aan een vrouw met de ogen van een teddybeer. Ik prop een stukje komkommer in mijn mond. Er blijft wat vruchtvlees tegen mijn voortanden plakken.

‘Zeker Nor…’

We werden zo-even nog aangemoedigd door de speaker in bocht 7:

‘JA JA JA! DAAR KOMEN WEER TWEE RABOHELDEN! NORRRRRBERRRT EN MARRRRCO!’

Daarna ging de muziek verder.

Norbert fietste links van me. Lachte breeduit. Zwaaide mee met de muziek. Zo zag genieten op de fiets eruit.

Schatje mag ik je foto, zingt een van de gebroeders Ko.

Ik wil een foto van Hemelbestormer Norbert, bedenk ik me.

 

JAK

Hemelbestormer Jak, een geboren Groninger, kijkt ons niet aan als hij onze verzorgingspost bij Restaurant Le Passe Montagne aan de 122 Route de la Poste op de top van Alpe d’Huez voor de zesde keer passeert. Hij ziet er grijs-grauwig uit. Een beetje tegen pistachegroen aan.

Zijn negeren heeft niets met arrogantie te maken, noch met desinteresse. Nee. Hij is steenkapot. Zijn focus is de enige bron waaruit hij thans kan putten.

‘Kom op Jak!’, klinkt een hoge vrouwenstem haast paniekerig. Het is Norena. Ze schreeuwt haar teamgenoot omhoog.

‘Mijn hemel, wat zag ie eruit…’, zegt iemand met mijn stem.

 

Maatwerk – I

‘Lars! Kan jij wat tikken op mijn iPhone? Ik krijg mijn handen niet meer stil.’

Lars’ vingers beven boven het schermpje. Ruud deelt een deken met hem die hij van een omstander heeft gekregen. Ze zitten met tientallen andere Alpe d’HuZessers gevangen in de Église Saint-Ferréol d’Huez, het befaamde kerkje van bocht 7.

“Noodweer”, sprak de advocaat à décharge, “letterlijk welteverstaan”.

‘Zo moet Marco zich hebben gevoeld vorig jaar. Man, wat is dít koud….’

‘Komen ze naar ons toe?’

‘Weet niet….en Norbert?! Waar zit Nor?’

Ondertussen vliegt de duivel Mefisto over om zijn kunsten boven Alpe d’Huez te vertonen. Het is gedaan met de feestelijke sfeer. Mefisto schoot al enkele bliksemschichten naar beneden en had zowaar een motard en een jongedame die in de nabijheid van de motor verkeerde weten te raken.

-pling-

‘Wie is het?’

Ruud trilt nog altijd.

‘Anne! Het is Anne! Hij is onderweg naar ons!’

Vriendschappen krijgen nieuwe dimensies tijdens Alpe d’HuZes. Onverwoestbare dimensies. Lars stuurt ons een selfie. Zo eentje met een glimlach.

 

Ondertussen op de Massagetafel – I

Masseur Henry neemt mijn linkerbeen te grazen. Virginia mijn rechter. Haar mascara is wat uitgelopen. Ze draagt het verdriet van haar schoonzoon Marvin met zich mee. Hij stierf op 7 juli 2014. Leukemie. Op 20-jarige leeftijd.

 

De Hemelbestormster Zonder Naam – I

‘Hoe ik het vond? Ja….’

Er rollen verse tranen uit haar ogen die me aankijken met een cocktail van verbazing en weemoed. Ze mist iemand.

‘Pffff…ja duh-uh…’

Nu wappert ze met haar handpalmen haar wimpers droog. Ik heb haar vastgepakt. Ze zegt KLM stewardess te zijn. Zo eentje die niet meer schrikt van bestemmingen als Los Angeles, Buenos Aires of New Delhi.

‘Ik weet niet…’, probeert ze een volzin die een lijdend voorwerp ontbeert.

Het is de vriendin van teamgenoot Martin. Martin ken ik amper, zijn vriendin tot gisterochtend helemaal níet. We deelden het ontbijt aan hoge statafels op ongemakkelijke barstoelen die, bij gebrek aan een steunbalkje, je voeten deden bungelen.

‘Ik weet niet wat ik kan verwachten. We komen pas net aan. Werkelijk geen idee. Ik laat het wel over me heen komen morgen.’

Nu zou ze het moeten weten, maar weet ze het nog niet.

Paradijsvogel Martijn houdt de Hemelbestormster Zonder Naam vast. Was het nou Natascha? Nathalie? Patricia? Petra?

‘Vertel je verhaal. Dat lucht op’, hoor ik Martijn haar, bij wijze van hoge uitzondering, toefluisteren (het is voor het eerst dat ik hem hoor fluisteren).

‘Nee eerst moet Martin zijn verhaal kwijt. Over zijn zus. Het zit ergens vast.’

 

DE BIDON

Hemelbestormer Erik kijkt over het stuur van zijn Franse huurauto de zwarte nacht in. Vandaag nam hij voor het eerst deel aan Alpe d’HuZes.

‘Waarom stop je hier?’, vraagt een teamgenoot.

‘Haast gênant was het…’

‘Wat?’

‘Wat de twee Anita’s voor ons deden. En Tannette.’

‘Wat dan?’

‘Ze moedigden ons aan. Maakten onze gezichten schoon. Brachten kommen soep.’

‘Ja….en?’

‘En ze vulden onze bidons….nog nooit meegemaakt.’

 

Spreekstalmeester – I

Hemelbestormer en Paradijsvogel Martijn heeft de microfoon overgenomen van Anita van Son. Heel veel mooier dan Martijn maakt Hij ze niet. Martijn is een mensenmensenmens. Een mensenmensenmens is een mens die van mensen en van mensenmensen houdt.

Martijn, die in het dagelijkse leven een luxueus juweliersbedrijf in Rotterdam-Centrum bestiert, onthaalt iedere wandelaar en iedere fietser die Restaurant Le Passe Montagne passeert als een held. Iedere. Zonder uitzondering.

‘Kom op Frank! Dat ziet er heel mooi uit hoor. En wat Frank niet weet, lieve jongens en meisjes, is dat het hier vandaan nog maar 500 meter is. En die 500 meter die doen geen pijn. Nee nee. Daar gaat Frank van genieten.’

Als mens die van mensenmensenmensen houd, houd ik van hem.

 

MIJN ANITA’S

‘Zo. Nu ben jij eens aan de beurt. Nu nóg praatjes, Spookrijder?’

Dit is de stem van Hemelbestormster Anita, de moeder van Mark.

Met één hand filmt of fotografeert ze me. Boontje, loontje. Dat idee. Met de andere hand houdt ze mijn hand vast. Met haar duim wrijft ze cirkeltjes over de rug van mijn hand terwijl masseuse Virginia het melkzuur uit mijn bovenbeenspieren duwt: op zeer pijnlijke manier legt ze mijn tekort aan trainingsarbeid bloot.

‘Laat jíj je nou maar eens verwennen. Je verdient het’, zegt Anita. Ze huilt. Het verhaal van gisteren, afgerond met de mystieke Halo, een teken van Hem dat alles goed is, heeft vijf levens tot één gesmeed. God als goudsmid. Die kenden we nog niet.

Ik kan complimenten slecht verwerken. Mijn Anita weet dat.

Nu huil ik. Het laatste redmiddel tegen verdriet is de vloek.

‘Godverdomme…’

 

Ondertussen op de Massagetafel – II

‘Ze waren zó verliefd op elkaar, mijn dochter Nadine en Marvin. Ze kenden elkaar jaartje of twee. Als goede vrienden. Hij had al een keer eerder leukemie gehad, maar was helemaal schoon verklaard. Totdat hij weer wazig ging zien. Ziekenhuis. Onderzoek. Je-weet-wel. Marvin zei dat ze officieel verkering zouden nemen als hij weer genezen was. Zo gezegd, zo ged….’

 

RON

‘Ik ben niet in vorm. Hele week op bed gelegen. Griep. Pijn in mijn rug. Ik vind het goed zo. Dus ben ik net naar Team Oostland gegaan, Spookrijdert. Ik wilde perse die vrouw ontmoeten uit jouw verhaal. ‘

‘Meen je dat nou?’

‘Verdomme wat een respect heb ik voor haar… en daarna heb ik nog meer mensen gesproken. Onbekenden. Zo maar. Lukraak. Sfeer proeven. Leren wat mensen bewéégt om hier te zijn. Man man, wat heb ik geleerd. En genoten. Echt genoten heb ik. Jij ook Spookrijdert?’

‘Ik eh….ik kan niet echt eh….’

Als er geen zinvol antwoord uit mijn haperende mond wil rollen, word ik gered door Moniekie die dreigt langs te komen.

 

Paradepaardje

Hij komt voorbij met twee vingers in de neus, Hemelbestormer Mario. De lachers zijn op zijn hand. Dit gevoel kent hij. Het is zijn Paradepaardje.

‘En maar lachen. Altijd maar dollen. Maar ondertussen’, zou hij me later zeggen.

Mario liet zich gisteravond fotograferen met twee stukjes penne in zijn neus om zijn Facebookvrienden te laten weten dat de pasta hem zijn neus uitkomt. Letterlijk.

Mario leeft vooral létterlijk.

Maar al zijn vrolijkheid ten spijt, Alpe d’Huez neemt er geen genoegen mee. Het moet hoger. Het moet vuiler. Het moet pijner. Het moet dieper. Vooral dieper. En dus daalt een andere Mario de Route de la Poste in als de Mario die zojuist de Route de la Poste beklom.

Hij breekt in duizend stukjes en wordt opgevangen door Hemelbestormster Virginia. Aan haar de schone taak om de duizend uiteengevallen stukjes van het Paradepaardje weer bijeen te lijmen.

 

Ondertussen op de Massagetafel – III

‘Liefde laat zich natuurlijk niet dwingen door stamceltherapie. Zou wat zijn zeg. Dus uiteindelijk vroeg hij Nadine toch. Dolblij was ze. Hadden ze eindelijk verkering.’

 

Zout

Hij danst midden op de weg. Een dalende fietser vloekt naar hem, “kijk uit lul!”, maar het deert Hemelbestormer Ralf niets. Hij danst op witte fietssokken met een biertje. Sporen opgedroogd zweet hebben zich als uitgedroogde riviertjes afgetekend op zijn bruin gebrande wangen die eruit zien als een landkaart uit de Bosatlas.

‘Die Alpe ging me de 6e keer zeer doen. Écht zeer.’

‘Zo zuipen jij gozert!’, zegt Hemelbestormer Ron die Ralf een tweede biertje toestopt.

‘Ralf, zullen we live op Facebook gaan?’, vraag ik hem.

‘Ik? Ik heb helemaal geen verhaal…’, antwoordt hij in alle bescheidenheid.

Vroeger kon ik uren kijken in de Bosatlas. Ik volgde met de top van mijn rechterwijsvinger de krommingen van een rivier.

Ik kan Ralf tijdens het interview niet loslaten.

 

Gezellig

We zijn beneden.

We voelen ons een beetje als Sjors & Sjimmie en de Rebellenclub. “We” zijn Ruud, Norbert, Ron, Lars, Martijn en ik zei de gek. We lieten ons zo-even fotograferen bij de kaarsjes van bocht 7. Het was iets over vijven.

‘Hè gezellig jongens zo samen….’, zei Lars, ‘alleen die kuttranen steeds…’

Met zijn handpalm veegde hij zijn wang schoon.

 

Ondertussen op de Massagetafel – IV

‘Ik deed in 2014 mee aan Alpe d’HuZes. Als wandelaarster. Ik had een muis gekocht voor Marvin. Stelde niets voor. Gewoon een speelgoedbeestje. Ik bond hem aan mijn rugzak. Hij was zo ziek. Zijn huid begon te schilferen. Hij had vreselijke jeuk maar mocht niet krabben. Hij moest de isolatie in. Die muis zou later in zijn kist staan.’

 

Norbert – II

‘Dat kan iedereen, Mar. Geloof me.’

‘Dat kan niet iedereen, Nor. Geloof me.’

‘Echt Mar.’

‘Echt niet Nor.’

Norbert is deze Alpe d’HuZes voor de derde keer onze chef d’équipe. Onder zijn leiding bracht Team Rotterdam Fund Racers in drie jaar tijd €433.000,00 bijeen.

 

Buddy Arie

Eergisteren pikte ik hem tijdens een training op. Ergens bij bocht 2. Ik herkende hem aan zijn tattoo en zijn Jordex koersbroek. We zwegen. Ik dacht aan twee vakantiefilmpjes die hij me had geappt. Op de eerste haalde hij een haai of een andere gevaarlijke vis binnen. Ik krijg het Spaans benauwd van vissen, laat staan als ze spartelen. In een tweede filmpje zong hij met een Gin Tonic in de hand in een karaokebar ergens op Tenerife of Ibiza een liedje van Hazes of Lee Towers.

Toen ik zwijgend naast Buddy Arie Alpe d’Huez beklom wist ik één ding: kon ik maar zijn als hij.

 

Moniekie

Ze is boven.

Zij huilt, net als vorig jaar, met het beteuterd gezicht van een kind dat spijt heeft van een misstap. Met een pruillipje dus. Haar hoofd past precies onder mijn oksel. Ze is kleiner dan in het echt.

‘Ik ben zo blij’, zegt ze.

‘Soms is het beter iets moois te verliezen, dan dat je het nooit hebt gehad’, had ik moeten antwoorden.

 

Polonaise

De tweemanspolonaise wordt thans gevormd door Buddy Arie met Martin. De bevrijding wordt gevierd op de klanken van Limburg van Rowwen Hèze.

Ik kan niet meer zonder.

 

De Gelovige Thomas

‘Eén keer met de fiets, één keer hardlopend. Lijkt me gaaf.’

Bij mijn derde beklimming passeerde ik de Gelovige Thomas na bocht 3, op dat rechte pleuris end waar maar geen einde aan komt. Zijn piratendoek zat scheef. Hij liep scheef.

Nu danst hij als een wildeman op de Route de la Poste en morst hij bier uit zijn glas. Zijn armen waaien als de wieken van een molen. Hij lacht breeduit zoals alleen kinderen en gelovige Hemelbestormers dat kunnen. Thomas is op Alpe d’Huez beiden.

‘Ik zei dat je er goed uit zag toen ik je passeerde Thomas’, zou Norbert ’s avonds bij zijn speech zeggen, ‘maar ik loog …..het zag er niet uit man….’

Van het lachen verslikte ik me in mijn wijntje.

 

Norbert – III

Norbert fietst alleen.

‘Vandaag zijn wij aan elkáár geklonken’, riep Norbert, wijzend naar mij, naar een toeschouwer die ons (‘hey daar hebbie die twee weer!’) had herkend.

Norbert fietst nu alleen.

Heb ik hem in de steek gelaten?

 

Martin en de Wodkapel

Ik weet het toch echt zeker dat het Hemelbestormer Martin was die zojuist minutenlang zat te staren naar het volmaakte niets op het buitenterras van Restaurant Le Passe Montagne. Hij was het station van het verdriet en het immer daarop volgende station van woede al gepasseerd.

De tranen waren niet op maar lagen verstopt.

Daar zat hij. Hopeloos gevangen met de ziel onder zijn armen, wachtend op de bevrijding die maar niet kwam. Het overlijden van zijn zus Ada en van zijn vader had hem jarenlang schaakmat gezet en hem was verlossing op Alpe d’Huez beloofd.

En nu, slechts luttele minuten later, staat hij met schuimend bier te dansen op de muziek van dweilorkest De Woodkapel uit het Friese Tzummarum of all places. Martin draagt zijn honkbalpet achterstevoren. De stilte tussen twee liedjes doorbreekt hij steevast met een wel getimede “Hee-ee…Hoo-oo….”

De hele straat zingt mee. Ook de gekleurde jongeman van tegenover het restaurant. Alpe d’Huez is een achtbaan. Een racecircuit. Een bedevaartsoord. Een theater van de lach. De praktijk van ’s werelds beste psychiater.

Verlost. Dat is Martin.

 

Ondertussen op de Massagetafel – V

‘Vanaf bocht 3 liep mijn vriendin Jannie met me mee. Zij was ongeneselijk ziek. Totaal kapot haalden we samen de finish. Bij thuiskomst ging het snel bergafwaarts met Marvin. Om zijn longen wat te ontlasten brachten ze hem in een lichte slaap. Hij heeft enorm veel pijn gehad. Nadine was ondertussen in alle staten. Verdrietig. Kwaad. Ken je dat Marco, vechten tegen de onmacht?’

 

Rob

‘Jullie zijn mooie mensen…kom hier…’

Hemelbestormer Rob pakt me zo stevig vast dat ik haast struikel over een koffer. Dit moet minimaal de 4e keer zijn dat we in de hotellobby afscheid van elkaar nemen. Het is vrijdagochtend 2 juni (10:12u) en ik besef dat dit volmaakte moment nooit meer terugkomt. Geluk (intens geluk) maakt plaats voor nostalgie. Nu al. Het is allemaal te veel en te vroeg. De melancholie kondigt zich normaliter pas in een latere fase aan (enkele dagen voor kerst, bezopen en richtingloos op de bank).

‘Bedankt man…voor alles.’

‘Ik heb niet veel gedaan. Jij bedankt.’

‘Nee jij bedankt.’

‘Nee jij bedankt.’

Omdat Rob aanvoelt dat een zot als ik deze idioterie (‘nee jij bedankt!’) langer vol zal houden, loopt hij lachend en hoofdschuddend van de trap af. Hij rende gisteren de Alpe d’Huez op in minder dan twee uur.

Ik kon hem op de fiets met moeite passeren.

 

Geluk(t)

Twee mannen fietsen bocht 7 uit. Een persfotograaf staat klaar, naast onze huisfotograaf Ferry. Decor is de Église Saint-Ferréol d’Huez. De wielrennende vrienden zijn gekleed in het oranje van Rabobank. Ze houden elkaars hand vast. Mark en Ed zijn weer kind geworden.

Dit is geluk.

De foto is gelukt.

De foto heet “Geluk(t)”.

 

Geert: Hemelbestormer, Steutelfiguur, DJ

Geert is meer dan een Hemelbestormer. Geert is (zonder het te beseffen overigens) Sleutelfiguur.

Er zit nog altijd te veel scepsis onder de volgers van onze missie. Mensen die zich afvragen of het geld wel altijd goed terecht komt. Geert geeft 100% zekerheid.

Maar nu, donderdag 1 juni 2017, is hij op het buitenterras van Restaurant Le Passe Montagne onze DJ. Hij draait nu Killing in the Name Of… van Rage Against the Machine.

Zonder sleutelfiguren die van Rage Against the Machine houden blijven alle deuren op slot.

 

De Hemelbestormster zonder Naam – II

Op vrijdagochtend 2 juni stopt een zwarte BMW voor de hoteldeur terwijl ik mijn fiets in mijn auto laad.

Een raampje aan de passagierskant gaat open.

‘Zo. Ik ga er vandoor’.

Haar stem klinkt schor. Haar ogen zien waterig. Anita en ik draaien ons om.

‘Goede reis eh…’ (was het nou Natascha? Nathalie? Patricia? Petra?)…’nou hoe vond je Alpe d’HuZes zo al bij al?’

‘…Hier…. Kijk maar…’

Schaterlachend houdt ze een enorme berg WC-papier omhoog en zonder verder iets te zeggen rijdt ze van ons weg.

Ik kan dat niet. Schaterlachen met een brok in mijn keel.

 

Ondertussen op de Massagetafel – VI

‘Marvin overleed op 7 juli 2014. Hij was een enorme Feyenoordfan. Hij maakte altijd grapjes over het voetbal omdat ik voor ADO was hahaha. Mooi toch? Zijn kameraden hielden fakkels vast toen zijn kist passeerde. Een maand later, in augustus 2014, overleed mijn vriendin Jannie.’

 

Mijn Anita

Mijn hemel….mijn Anita…

…bedank ik haar wel genoeg?

 

De Zeeuwse Dean

Ineens weet ik het.

De Zeeuw Dean (spreek uit als Deen) is een lekkerbek, da’s duidelijk. Gisteren ging hij een stukje fietsen en verraadde zijn strakke 36/Rabo-outfit al zijn culinaire voorkeuren.

Vorig jaar draaide mijn fantasie al op volle toeren toen ik Dean achter de schermen bezig zag. Ik probeerde me Dean voor te stellen op een braderie in een oud-Hollands stadje achter een krokettenkraam. Toen een hamburgertent. Maar het was allemaal net niet.
Maar zojuist  bedacht ik een product dat hij zelf ook nog niet kende. Maar hij móet het gaan ontwikkelen, perfectioneren en op de markt brengen: de Zeeuwse Dean (spreek uit als Deen)!

Geen idee wat het is. Misschien een goed stuk vlees (met een gebakken uitje), of een stevige koek voor de lekkere trek. Het moet sowieso iets ondeugends-lekker zijn, dat zie je aan zijn “het mag eigenlijk niet, maar we doen het lekker toch” ogen.

Ik zie hem zo staan volgend jaar. In de buurt van de finish van Alpe d’HuZes. Staat ie daar. Met zijn eigen kraampie. Gewoon keihard zijn Zeeuwse Dean te verkopen. Om de Hemel te bestormen.

 

Maatwerk – II

‘DAAR KOMEN ZE!’

Hemelbestormers Ruud en Lars passeren voor de 4e keer vandaag zij aan zij Restaurant Le Passe Montagne. Er klinkt gejuich. Feyenoord lijkt twee weken na het echte kampioenschap wéér kampioen geworden. De mens heeft helden nodig en helden worden geboren tijdens Alpe d’HuZes.

‘DÁÁR!’

Ik ga live op Facebook.

De Wodkapel speelt Une Fille de Tous les Pays van Linda de Suza. Het stamt uit de tijd van fucking Ad Visser. De tijd dat ik in mijn pyjama stiekem een stijve piemel kreeg van Penny de Jager.

Ze zijn het echt. Ruud, een tikkie onnatuurlijk stoïcijns maar gelijktijdig intens voldaan. Aan zijn zijde Lars met die gulzige lach die verwoestend werkt op een gemiddeld meidengestel. In ieder geval op die van mijn dochters.

Ik juich mee. Het doet de microfoon kraken (hoor ik achteraf met schaamte omdat ik me zó ordinair had laten gaan).

Daar gaan ze. De lachende gezichten van Ruud en Lars zijn alweer kromme ruggen geworden.

Iedereen die niet in Alpe d’HuZes gelooft is af.

 

Brabantse Broers

‘Dat verbaast mij echt.’

‘Wat?’

Ik ben enigszins afgeleid door de manier waarop Brabander Jac ‘echt’ uitspreekt. Bij het horen van die boterzachte G wil ik onmiddellijk verhuizen naar Brabant, mijn favoriete provincie. Brabant geeft het leven de kleur van cognac.

‘Nou dat Rotterdammers zó gezellig feest konden vieren.’

‘Joh pleurt op, wizzie dat ech nie?’, antwoord ik.

Zijn broer Henk lacht.

Als Anita me ooit zat wordt, wil ik iedere avond pal tussen de gebroeders Jac en Henk in slaap vallen.

 

Ondertussen op de Massagetafel – VII

‘Vorig jaar gingen we weer naar de Alpe. Nadine ging lopen, ik zou haar bij de finish opwachten. Letterlijk he….dus echt óp het parcours. Daar kwam ze .. met haar koetje op haar schouder. Dat was een cadeautje van Marvin geweest. Op haar spandoek stond “HEE VRIENDJE , DEZE IS VOOR JOU KANJER 7-7-2014.” Ze zag mij staan, ging huilen, ik ook, zij rennen, ik rennen en huilend omhelsden we elkaar.’

 

Spreekstalmeester – II

Nu zet hij zijn microfoon uit en loopt hij een honderdtal meters met een wenende wandelaarster mee. Hij houdt zijn “wanhoop niet” arm om haar schouders.

Martijn op zijn best.

Door de speakers klinkt Final Countdown van rockband Europe. DJ Geert stampt met zijn rechtervoet mee. Gelovige Thomas, een Status Quo fan aan wie ik meteen moest denken toen zanger/gitarist Rick Parfitt op kerstavond 2016 overleed, speelt luchtgitaar naast DJ Geert. Met zijn omgedraaide pet op zijn kop heeft hij meer van tennisser Lleyton Hewitt weg dan van Rick Parfitt.

Ik zie alleen de rug van Martijn. Zijn ellenboog. Zijn hand die op de schouder van de wandelaarster in nood rust. Pas als zij rechtsaf de Rue du Coulet inslaat, is zij weer op zichzelf aangewezen.

‘Zo’, laat hij mijn ogen vol respect weten….’en kijk eens wie we daaaaar hebben we! Jaaaaa! Dat is gewoon Sandra! Nou Sandra…vanaf hier is het nog maar vijf-hon-derd-meter! En die doen geen pijn! Nee nee Sandra! Die zijn fijn…’

 

Henry

‘Ik heb mijn praktijk een week dichtgegooid’, zegt Hemelbestormer Henry met het gezicht alsof dat de normaalste zaak van de wereld is.

‘Geen inkomsten dus een week lang?’

‘Niets.’

In tegenstelling tot vrijwel alle personen die hij onder handen krijgt deze week, kan hij geen inkomsten werven met zijn smartphone. Henry werkt met zijn blote handen. Duwt nu zijn duimen dieper mijn vlees in.

‘Hoe valt dat?’

‘Ik voel in ieder geval dat je wat gedáán hebt vandaag Marco’, antwoordt hij.

Ik bedoelde te vragen hoe het voelt om een week lang je praktijk dicht te gooien om een ander mens te helpen, maar Norbert trekt alweer aan mijn arm.

‘Kom op. Naar benee’. Met mij. Voor een derde keer.’

 

Ferry

Hemelbestormer Ferry is verkleed als dansende fotograaf. Hij danst, maar volgens mij niet op de muziek. Net als ik. Daarom herken ik het zo goed. Als gitaarspelers zijn Ferry en ik waarschijnlijk de twee met het meeste muzikale gevoel in deze groep, maar toch weigeren onze lichamen zich te synchroniseren met de muziek. Ferry en ik dansen niet, wij bewegen. Wij bewegen mee met de Wolkapel die nu Mon Amour van BZN speelt. De Vriendin zonder Naam van Martin houdt spreekstalmeester c.q. Paradijsvogel Martijn vast.

En ik kijk naar het a-ritmische lichaam van Ferry die plompverloren schreeuwt:

‘We vieren het leven!’

 

Norena

‘Ik heb mijn opa verloren. Ik wil hem graag hier herdenken. Ik heb hem twee jaar lang mogen verzorgen. Wat een held. Wat heeft hij gevochten. Maar nu moet ik dadelijk die berg op. En ik zit verdories alleen maar te janken hier.’

‘Alles komt goed Norena. Al beklim je Alpe d’Huez één keer. Iedere trap op je pedalen doe je voor je opa.’

‘Maar hij is zo steil die berg.’

‘Je moet op tijd schakelen. Als je de campings hebt gepasseerd draait de weg naar links. Dáár moet je tijdig schakelen. Meteen naar je kleine blad voor. Als je te laat bent, kan je om lazeren. Dus op tijd schakelen. De rest gaat vanzelf. Jij kúnt dit.’

We omhelzen elkaar.

‘Zij gaat het redden’, knikt hardloper Rob, haar wederhelft.

‘Godverredomme nou’, antwoord ik, ‘zij gaat het doen…’

We kijken naar de rug van Hemelbestormster Norena aan de ontbijttafel. Respect heeft een naam gekregen en ik heb te snel spijt van mijn godlasterende vloek.

 

Ondertussen op de Massagetafel – VIII

‘Met Nadine gaat het goed. Ze heeft een vriendje en woont samen. Het was veruit de verdrietigste tijd uit ons leven. Maar nu, hier, op Alpe d’Huez, voel ik dat ik hier móet zijn. Hier kan ik mijn steentje bijdragen. Ik ben een dankbaar mens. “Omarm het leven”…dat zei Jannie altijd. En dat heb ik haar beloofd, tot het gaatje. Zo! Jij bent klaar nu Spookrijdertje! Hup, fietsen jij!’

 

Gerard

‘Ik heb slechts 300 kilometer gefietst voor deze Alpe. Ik ben nu kapot. Maar dankbaar. Ik heb de samenhorigheid intens beleefd. Het is een verrijking geweest. Rabobank is trots op deze ploeg.’

Mooie woorden uit de mond van een galante bankier die gewend is mooie woorden te formuleren. Toch zal ik me Gerard altijd blijven herinneren aan die éne vloek na de bijna-voltooiing van lusje 6.1 in Trois Ponts in de Ardennen.

We schrijven zaterdag 22 april 2017:

‘Die idioot in dat bestelbusje reed me haast omver! Ik schrok me de pleuris man!’

Pleuris klinkt als ziekte een stuk minder ernstig uit de goed articulerende mond van Gerard wiens humor en correctheid voor eeuwig jaloersmakend is.

 

Maatwerk – III

‘We gaan nog een keer.’

‘Nee Lars. Hier. Ik zit al aan een biertje. Jij ook. Kom op.’

‘Nee. Blijf jij maar hier. Ik ga een vijfde keer.’

‘Godverdomme.’

Ruud doet zijn wielerschoentjes aan en volgt Lars.

Ruud weet zich de trotse ogen van zijn gezinsleden in zijn rug: zijn vrouw Sylvia, zijn dochter Romy, haar vriend Willem en zijn zonen Danny en Jesse. Ik noem ze graag gekscherend “de Maaskantjes”. Sylvia wandelde vandaag Alpe d’Huez op met Willem. Romy rende de berg op en trok na aankomst een uur lang spierwit weg van de inspanning. Danny en Jesse beklommen de berg per fiets.

Danny noemt mij de laatste tijd ‘Mar’. Vijftien jaar geleden voetbalde ik met hem in de achtertuin als Ruud te veel pijn in zijn vingers kreeg van het gitaarspelen. Les 1 was Nebraska van Springsteen.

Romy had een brilletje en droeg vlechtjes.

‘Zullen we auto’s tellen?’, vroeg ze mij vanaf mijn schoot toen Syl Ruud en mij naar De Kuip reed.

‘OK. Ik de rode, jij de witte’, antwoordde ik.

 

Spreekstalmeester – III

‘Daar komt Berry. En Berry die weet niet dat ie een held is. Nou beste Berry, dan heb ik nieuws voor jou, beste vriend….jij bent een held!’

Daar staat hij in de stromende regen. Onder een paraplu. Moederziel alleen. Een turquoise handdoek moet hem wat warmte verschaffen.

Ik besluit naast hem te gaan staan, want alleen is maar alleen. Hoe vaker Rob de Nijs het zingt, hoe meer je hem gaat geloven. Ik doe niets, sta alleen maar in volle verbijstering Mister Positivo Martijn te bewonderen. Onze Martijn die Berry een held vindt.

Dan rent een parapluloze Anne voorbij.

Boven de Alpe dondert en bliksemt het vervaarlijk. In Restaurant Le Passe Montagne wordt geprobeerd contact te zoeken met Norbert, Lars en Ruud die ergens op de berg muurvast staan.

‘Anne! Waar ga jij heen man?’

‘De jongens halen’, antwoordt hij.

 

Philippe et Valérie

Ik luister met de oren van Philippe en Valérie naar een lied van Frans Duijts (“Jij Denkt Maar Dat Je Alles Mag Van Mij”) dat precies op het volgende lied lijkt.

Hollandse folklore.

Als ik met ze spreek moet ik me beheersen om de tekst niet te vertalen (“tu penses que tu peux faire n’importe quoi”). Die vertaalbehoefte is in deze context even zinloos als de tekst zelf.

Toch glimlachen ze, de eigenaren van Restaurant Le Passe Montagne. Bovendien doen ze mijn ouders en dochters de groeten.

 

Meeloper

‘Mark en Ed kennen elk moment boven komen…’

Ik heb gemerkt dat ik deze dagen Wil van Son op zoek als ik me kloten voel. Ik heb de vloekloze Rotterdamse tongval van de vorige generatie nodig om me op mijn gemak te laten stellen.

Terwijl ik naast Wil sta te mijmeren komen ze langs. Mark en Ed. Voor hun vijfde keer. Mark heeft zijn Spookrijderstenue aan. Ed ziet geel. Hij lacht de Lach van de Dankbaren. Mijn volgende auto wordt een Citroën, bedenk ik me. Ik vind het eigenlijk een daad van hoogverraad dat ik een Renault heb. Ik ben een vriend van niets.

Mark lacht als vanouds een deukje in zijn kin. Als het mij al doet smelten, wat zal het effect bij vrouwen wel niet zijn? Ik moet hem sowieso bij mijn dochters zien weg te houden.

Uit solidariteit ren ik op mijn Nike badslippers een stukje met Ed en Mark mee. Omdat al mijn vrienden op Jezus lijken.

En we zijn Live op Facebook!

Ik hol als een hijgende potloodventer achter mijn twee fietsvrienden aan. Het levert schokkerige beelden op die we normaliter uit Aleppo voorgeschoteld krijgen. Maar dit is niet Aleppo. Dit is nu. Dit is hier. Dit is Alpe d’Huez waar twee mannen zich tot het uiterste inspannen om geld in te zamelen om kanker de wereld uit te krijgen.

 

Norbert – IV

Volschieten doet hij niet in zijn allerlaatste speech. Daar is hij teveel vakman voor. Te veel fatsoen. Te veel verantwoordelijkheidsgevoel.

Willen is kunnen las ik op een spandoek vlak voor het ingaan van bocht 4. Norbert is willen en kunnen ineen. Hij heeft beperkt voetbalverstand maar zelfs dat wordt hem met liefde vergeven.

Nadat Ruud het bijeengebrachte bedrag (€200.000,00) op een cheque heeft geschreven, krijgt Norbert een staande ovatie. Hij lacht. Zijn afgetrainde hoofd wordt steeds kleiner of zijn brilmontuur steeds groter. Zijn ego blijft disproportioneel klein.

Onder zijn leiding vochten, huilden, lachten en streden zijn Hemelbestormers.

Het was een eer, sprak de Spookrijder namens zijn teamgenoten.

 

***

 

De Hemelbestormers zijn v.l.n.r. (klik op de afbeelding voor een vergroting):

 

Team R’dam Fund Racers dankt al haar sponsoren en donateurs. Niets Doen Is Geen Optie! Mede dankzij jullie steun gaat het onderzoek naar kanker door!

Speciale dank aan chefs d’équipe Norbert de Boer en Lars van den Broek.

Doneren? Graag! Uw donatie kunt u kwijt door op deze link te klikken! 

 

***

De filmpjes:

Marco interviewt Mario:

 

Marco interviewt Ralf:

 

Sfeerbeelden onderaan Alpe d’Huez vlak voor vertrek:

 

Sfeerbeelden verzorgingspost bij Restaurant Le Passe Montagne (top Alpe d’Huez):

 

Passage Norbert langs Restaurant Le Passe Montagne: 

 

Feest bij Restaurant Le Passe Montagne:

 

Marco interviewt Geert namens Rabobank lid Raad van Toezicht Alpe d’HuZes over de verantwoording van de donaties:

 

Passage Lars en Ruud langs Restaurant Le Passe Montagne (1+2): 

 

 

We vieren het leven!

 

Spreekstalmeester Martijn onthaalt helden in de stromende regen: 

 

Mark en Ed passeren Restaurant Le Passe Montagne voor de 5e keer:

 

 

De fotogalerij:

[Klik op een afbeelding voor een vergroting]

 

Fotoverantwoording – de Hemelbestormers van Team Rotterdam Fund Racers

 

Lees hier het Alpe d’HuZes verhaal Simpel

Lees hier het Alpe d’HuZes verhaal Halo

 

-