“Everything dies baby that’s a fact
Maybe everything that dies someday comes back”
– Bruce Springsteen (Atlantic City)

“Let the music keep our spirits high”
– Jackson Browne (Before the Deluge)

“The Truth?
You can’t handle the truth!”
– 
Jack Nicholson (A Few Good Men)

 

 

Deel 1 / Before the Deluge (voor de zondvloed)

Deel 2 / The Early Years (1964-1985)

Deel 3 / Glory Days (1985-1988)

Deel 4 / Sympathy for the Devil (1988-1989)

Deel 5 / Sunshine Of Your Love (zomer 1989)

Deel 6 / Lipstick Sunset (vrijdag 9 augustus 1989)

Deel 7 / Into The Mystic (dinsdag 15 augustus 1989)

Deel 8 / After the Deluge (na de zondvloed)

 

***

 

Prelude

‘Ik verloor een broer.’

Die lach. Die snor. Die zonnebril. Die ondeugende blik. Dat colbertje. Dat t-shirt. Die spijkerbroek.

‘Er stierf meer dan een vriend. De onschuld stierf.’

Vrijdagavond. De blauwe Opel. De Caballero zonder. Thunder Road van Springsteen.

‘Zijn foto staat nog altijd bij me op het nachtkastje.’

De uitvaart. De schreeuwende moeder. De echo van de stilte.

‘Hij was meer dan mijn neef. Hij was als een broer. Mijn grote voorbeeld.’

Het opboeren. Het inslikken. En het verbergen. Van de angst.

 

 

Verantwoording

Augustus 2019. Het is deze maand dertig jaar geleden dat Raymond, onze nummer 12, is overleden. Nummer 12 zou in voetbaltermen impliceren dat hij geen selectiespeler was. Niets is minder waar. Hij was onze spelbepalende middenvelder.

Tijdens mijn zomervakantie beklim ik in de bloedhitte de Mont Ventoux en plots komt het in me op en besluit ik Raymonds leven aan de hand van herinneringen, anekdotes en foto’s te reconstrueren. Dit plan leefde al langer in me en nu voelde ik dat het moment daar was: The Raymond Tales waren in mijn hoofd geboren.

Eenmaal terug in Nederland zoek ik via WhatsApp contact met Raymonds familie en beste vrienden. Ze reageren enthousiast. Ik maak afspraken en voer gesprekken met ze. Meteen schieten we in de humormodus van toen: vlijmscherp, harder dan hard, grover dan grof. We herinneren ons de concerten, de muziekbeurzen, de terrassen, de vakanties, de festivals, de vriendschap, Feyenoord, de tranen, de warmte, de loyaliteit, maar uiteindelijk vooral de grenzeloze humor en de muziek.

Het heeft geresulteerd in dit verhaal over Raymond en over onze vriendengroep: beiden hebben mijn leven voorgoed veranderd.

 

The Summer of ‘85

In de zomer van 1985 verscheen Raymond Blom in mijn leven. Mijn broer Edwin, die wij in dit epistel Ed zullen noemen omdat iedereen hem kende als Ed (of Edje of Eduard of nummer 11), kwam thuis nadat hij een nacht lang in de rij had gelegen op het Rotterdamse Stadhuisplein om kaartjes te kopen voor Bruce Springsteens concert in De Kuip.

‘Mar, ik heb nóu toch gasten ontmoet. Hé-le-maal uit je bol. Gek op Feyenoord en op ónze muziek. De Stones. Dylan. Clapton. Springsteen. En zuipen! Niet normaal meer. Hier. De kaartjes.’

Vanaf de zomer van 1985 begon mijn leven zich te verkleuren. Dat kwam niet alleen door mijn eerste Springsteenconcert ooit. Dat concert voelde sowieso als mijn doopsel. Ja, OK, ik had twee jaar daarvoor met twee ooms en met twee neven Herman Brood zien optreden in De Singel in Ridderkerk. Al bij het eerste nummer nam een lachende Danny Lademacher een kwartier de tijd voor een gitaarsolo met Herman in handstand naast hem. Ik was teleurgesteld. Ik droeg een blauwe Adidaswinterjas en we aten chips. Hermans legendarische manager Koos van Dijk had ons een plaatsje gegeven bij de licht- en geluidsman boven in het hok omdat we anders niets konden zien. Halverwege het concert was mijn ene neef in slaap gevallen.

Hermans desinteresse en slome flauwgrapperij hadden niets van doen met Rock & Roll. Ook al was ik pas dertien, dat besef had ik al. Muziek en humor laten zich moeilijk verenigen.

In 1985 had ik Springsteen gezien. In de Kuip.

Op de camping in Argelès-sur-Mer dronk ik die zomervakantie op vijftienjarige leeftijd mijn eerste biertje en ging ik voor het eerst mijn slaapzak in met een verhard lid dat was veroorzaakt door een Zwols meisje met twee enorme koplampen. We gingen die zomer een dagje naar Lloret de Mar waar het gezin van Ome Paul en Tante Annie verbleef. In de auto had Ed een cassettebandje opgezet: een Bob Dylan verzamel. Dylans stem had het effect van een Chinese gong wiens galm 34 jaar later, augustus 2019, nóg na-echoot. Lay Lady Lay. Just like a Woman. Tight Connection to my Heart (ik zou jarenlang Close Reaction to my Lord horen en meezingen).

Ik had die zomer van 1985 aan de Rock & Roll gelikt en ik was verslaafd aan de smaak. Het proefde nog lekkerder dan de eerste tongzoen die me die zomer op het perron van metrostation Zuidplein overviel: ik wist ineens wat Little Steven had bedoeld met Lyin’ in a bed of Fire want mijn scrotum stond in vuur en vlam.

Die zomer waren Raymond en zijn boezemvrienden Michel en Peter in mijn leven gekomen en er was geen weg meer terug.

 

 

Lees hier deel 2 / The Early Years

 

 

-