‘Dat kan iedereen, Mar. Geloof me.’

‘Dat kan niet iedereen, Nor. Geloof me.’

‘Echt Mar.’

‘Echt niet Nor.’

 

Precies twee weken later na dit gesprek dat op 1 juni 2017 plaatsvond tijdens onze tweede beklimming van Alpe d’Huez spreek ik Norbert weer, dit keer op ons kantoor.

Hij is gekleed in korte broek (‘moet kunnen toch?’) en T-shirt. Zijn onderbenen zijn zo spierwit als zijn Adidas Stan Smith sportschoenen. Zijn ongewone ongedwongen onbevangenheid ontroert al meteen.

‘Ik ben Rabobank zo dankbaar Mar. Had ik dat al gezegd?’

‘Een keer of vijf Nor, maar ga door.’

‘Vijf keer? Weet je dat zeker? Ik bedoel tellen kan ik wel hoor…’

Het is Norbert ten voeten uit. Hij telt graag. Beroepsmatig als Rayondirecteur bij Rabobank Rotterdam, maar ook op sportief gebied. Na onze omhelzing zo-even voelde hij eventjes speels aan de onmiskenbaar aanwezige vetrolletjes (‘dat moet eraf hè’) om even daarna quasi terloops zijn eigen lichaamsgewicht te melden.

‘Ik voel me goed man….echt goed….maar heb ik dat echt vijf keer gezegd?’

 

Norbert is bezeten van cijfers. Snelheden, tussenstanden, tussentijden, eindtijden, eindstanden. Hij is mijn favoriete Bokito naast wie het, om competitieve redenen, in de open natuur slecht plassen is.

‘De jaarrekeningen doornemen van een klant. Ik doe niets liever. Je kunt eigenlijk alles aflezen uit een balans en een winst- en verliesrekening. De kansen, de pijnpunten, de speerpunten….prachtig!’

Als het Norbert niet zou zijn, zou ik mijn eigen oren en oren niet geloven. Dus geloof ik hem. En hij mij.

‘Jeetje Mar….je laat me nadenken over mijn eigen gedrag man….wat een goede vraag…wat is mijn ultieme drijfveer….sjezus….’

Dan komen de hoge woorden eruit. Ik tel er zes.

‘De dromen van mijn klanten realiseren’, om daar onmiddellijk aan toe te voegen ‘en veel klanten zijn nu eenmaal mijn vrienden!’

Het zijn veertien woorden, maar Norbert heeft aanzienlijk meer vrienden.

Ik zelf kan geen balans noch winst- en verliesrekening lezen en ik heb hulp nodig bij het ontleden van mijn salarisstrook. Een belastingformulier zegt me evenveel als pakweg een Fins gedicht:

“Vaka vanha Väinämöinen
kulki äitinsä kohussa
kolmekymmentä keseä
yhen verran talviaki,
noilla vienoilla vesillä
utuisilla lainehilla…”

(passage uit het Finse nationale epos De Kalevala van Elias Lönnrot)

 

Norbert leeft voor cijfers, niet voor de poëzie.

Ik spit verder.

‘Dat had ik vroeger al ja. Rekenen en wiskunde waren mijn beste vakken. Na mijn middelbare school ging ik Bedrijfseconomie studeren. In 2000 begon ik als trainee bij ABN AMRO en werd ik opgeleid tot accountmanager. Na vijf en half jaar vertrok ik naar Rabobank…’

Bij ‘Rabobank’ stokt het even bij Norbert, de man die ervan leeft om de dromen van zijn klanten, die impliciet zijn vrienden zijn, te realiseren.

Wat dríjft hem? Dat blijft de hamvraag. Eigenlijk is het een dieper liggende vraag die ten grondslag ligt aan deze hamvraag die om die reden dus eigenlijk geen hamvraag is: wat maakt Norbert zo bijzonder? Ik heb normaliter geen enkele affiniteit met mensen die cijfers als een beleving zien. En wielrenners die alleen maar kunnen lullen over snelheden, hoogtemeters en afgelegde afstanden laat ik het liefst achter me. Letterlijk.

‘Sporten en business gaan hand in hand. Het zit in mijn DNA. Dat gaat wel ver ja. Ik haal enorm veel energie uit sporten en dito inspiratie uit mensen. Een voorbeeldje? Neem nu Lars. Die ken ik pas vier jaar, maar hij is in die vier jaar tijd een vriend voor het leven geworden. Zijn bedrijf 36Cycling was en is klant bij Rabobank. Nu zijn we vier levensjaren en vele fietsreizen verder. Lars en ik zijn complementair. Hij heeft kwaliteiten die ik niet heb en vice versa. Het onderlinge vertrouwen is groot. Eerlijk waar, het is een genot om met die gozer te werken, maar het doet nóg meer plezier als ik vóór hem aan de top van een berg aankom hahaha.’

Sporten: essentieel! vertrouw ik mijn notitieboek toe. Ik trek er met mijn vulpen een cirkel omheen. Ondertussen zingt Norbert verbazingwekkend vals mee met Zo Ver Weg van Guus Meeuwis.

‘Echt een mooi nummer dit.’

Ik mag Norbert, het zij herhaald, bijzonder graag alleen behoeft zijn muziekkennis grondig onderhoud. Op Alpe d’Huez (bocht 16, derde beklimming) ging hij compleet los bij een hoempapa uitvoering van Mag Ik Dan Bij Jou (bij het origineel van Claudia begint mijn maag zich al ongevraagd te roeren) en bij Schatje Mag Ik Je Foto van de Gebroeders Ko (bocht 4) wilde hij spontaan van de fiets stappen om aan een polonaise deel te nemen, geïnitieerd door vertegenwoordigers van een Helmondse studentenvereniging.

‘Zeker’, antwoord ik naar waarheid, want ook ik moet toegeven dat Zo Ver Weg Guus’ beste liedje is.

‘Ik heb bij Rabobank een prachttijd gehad. Ik ben ze echt zó dankbaar.’

‘Zo. Da’s zes keer.’

‘Hahaha…lul.’

‘Wat ga je nu precies doen Norbert?’

‘Mijn expertise heeft altijd gelegen op met name bedrijfsfinancieringen. Werkkapitaal, overnames, onroerend goed,  dus eigen gebruik en commercieel vastgoed, factoring en leasing.
Per 1 oktober 2017 ga ik voor mezelf beginnen en open ik onder de naam Fundament een nieuw kantoor in Bergschenhoek. Fundament zal zich gaan richten op de particuliere en zakelijke klant. Wij houden ons bezig met de advisering en bemiddeling van woninghypotheken, verzekeringen, pensioenen en bedrijfsfinancieringen. En ik heb nieuws ouwe Spookrijdert, het pand krijgt een fietstintje!’

‘Vertel.’

‘De drie ontvangstruimtes gaan we vernoemen naar de bergen die we met de groep fietsende ondernemers hebben bezocht: de Mont Ventoux, de Alpe d’Huez en de Stelvio. Gaaf toch?’

Zijn ogen stralen. Net als zondag 8 april aan de Boszoom toen Norbert op het 34-kilometerpunt langsliep tijdens de Rotterdam Marathon. Via de app volgde ik zijn tussentijden. Toen hij langsliep brulde ik en moest ik een brok wegslikken. Norbert doet niet aan flashy sportbrillen met zonwerende glazen of aan trendy sportkleding die snelheid moet suggereren. Norberts sportbeleving zou ik intrinsiek willen noemen.

Norbert. ‘Daar zit een goeie kop op’, zou mijn wijlen schoonvader hebben gezegd. Hij is betrokken en nuchter tegelijk. De man die zijn tranen de deur wijst als hij speecht. Zijn stem vibreert alleen van emotie als hij de namen van zijn gezinsleden Tessa, Emma, Roos en Mats (‘mijn échte échte échte Fundament, Mar…’) uitspreekt.

Een man die ondanks en dankzij alles dichtbij zichzelf blijft maar ook out of the box (‘zou jij ook eens moeten doen man, dat jij niet meegaat naar een golftoernooi…’) durft te denken. Een man zonder dubbele agenda, zonder dubbele bodem, zonder beeldspraken, zonder grootspraken. Geen lezert (‘ik lees alleen jouw verhalen Spookrijdert’), een man die bovendien niets heeft met Finse poëzie.

Hij loopt gewoon. Bij voorkeur hard. Zo hard mogelijk.

‘Eigenlijk vind ik hardlopen veel leuker dan fietsen’, zegt hij, ‘en ik kán het ook goed.’

Zijn zelfbewustheid en bescheidenheid, voor het eerste oog twee zichzelf tegensprekende karaktereigenschappen, gaan bij Norbert hand in hand en dat in de wetenschap dat Feyenoord niet eens zijn favoriete ploeg is.

‘Ik weet waar mijn krachten en zwakheden liggen ja. Ik ben geen type ‘harde verkoper’, toch heb ik tot dusver een succesvolle carrière achter de rug. Ik denk dat ik een hoge gunfactor heb bij mensen. Ik voel instinctief aan wanneer ik op de rem moet staan bij klanten of wanneer juist gas gegeven moet worden. Daarenboven ben ik banktechnisch en financieel uitstekend onderlegd en ik ben vrolijk, enthousiast en oprecht. Ik kom alle afspraken na. Geen woorden maar daden hahaha.’

Door een vreemde speling van het lot ligt zijn voetbalvoorkeur bij die andere vaderlandse grootmacht, gevestigd in de stad die in menig schoolboek doorgaat voor ‘hoofdstad’, maar daar haalt een gemiddelde Rotterdammer natuurlijk zijn neus voor op.

‘Eigenlijk ben je gewoon een Feyenoorder man’, probeer ik nog maar eens.

‘Echt, Feyenoord mag van mij 32 wedstrijden winnen en ik voed mijn kinderen bij wijze van spreken in De Kuip op. Maar mijn hart ligt toch echt in d….’

Ik besluit hem af te kappen want we werken naar een Feel Good einde toe in dit gesprek.

‘Hoe kijk je terug op je derde en laatste Alpe d’HuZes als chef d’équipe van Team Rabobank?’

‘Trots. Echt heel trots. Alpe d’HuZes herbergt alle denkbare emoties. Als het leven zelf ja. Twee ton bijeen harken is niet niets. Het geeft me een dankbaar gevoel. Dat ik leiding heb mógen geven aan een stel prachtmensen….die samenhorigheid…ik bedoel….die totaalopbrengst na drie edities…die bespraken wij toch nog toen we aan het fietsen waren?’

Onmiddellijk gaan mijn gedachten terug naar donderdag 1 juni 2017, tijdens de tweede beklimming van Alpe d’Huez aan de zijde van Norbert:

‘Dat kan iedereen, Mar. Geloof me.’

‘Dat kan niet iedereen, Nor. Geloof me.’

‘Echt Mar.’

‘Echt niet Nor.’

 

*** 

 

Norbert de Boer was deze Alpe d’HuZes editie voor de derde en laatste keer onze chef d’équipe. Onder zijn leiding bracht Team Rotterdam Fund Racers in drie jaar tijd maar liefst €433.000,00 bijeen.

Alle teamleden van Team R’dam Fund Racers van de drie Alpe d’HuZes edities waaraan Norbert leiding gaf, alsmede alle kankerpatiënten, ex-patiënten en nabestaanden zijn Norbert de Boer grote dank verschuldigd voor zijn enorme toewijding ten bate van het KWF.

Norbert hecht er waarde aan om te benadrukken dat de totaalopbrengst van €433.000,00 alleen tot stand kon komen door de actieve inzet van de deelnemers en door de Rabobank die alle Alpe d’HuZes campagnes faciliteerde.

 

Zo. Dat is zeven, het heilige getal in de Bijbel.

 

 

 

-