Eind jaren tachtig, begin jaren negentig mochten mijn broer en ik onze tijd en geld graag verdoen in rockcafé De Vagebond, dat toen overigens een rockcafé in wording was. Laat ons zeggen het had al schaamhaar maar moest nog kloten krijgen. Echt kloten.

Om die kloten tot wasdom te laten komen was onze vriendengroep ingehuurd om in toerbeurten als DJ op te treden. Wij werden in natura betaald. Met bladen vol schuimend bier.

Ieder van ons maakte zo zijn eigen keuzes, vanzelfsprekend.

Michel, alias De Neus, mocht in het zomerseizoen graag Tubular Bells van Mike Oldfield draaien. Het nummer, klinkend als de achtergrondmuziek van een aflevering van Tatort, duurde dik 25 minuten en verschafte De Neus de mogelijkheid om buiten prinsheerlijk te genieten van een nette pils. Om het uur vol te maken zette hij daarna Get Ready van Rare Earth op. Twee nummers in één uur en de DJ zat buiten zijn kale bolus te verbranden en betaald lazarus te worden.

DJ Dikke Peet mocht het publiek graag opjagen met de pompende bluesrock van ZZ Top en George Thorogood. Als hij van laatstgenoemde Bad to the Bone draaide, verliet hij zijn stoel achter de draaitafel om er een onvervalste Chuck Berry-achtige duckwalk uit te gooien, met zijn luchtgitaar als dodelijk wapen.

DJ Broeder Ed liet de boel ontploffen met een nummer van het Love You Live album van de Stones. Welke track maakte niet uit, zolang het maar Happy was.

Zijn vierenhalf jaar jongere broer verkoos de Rock & Roll van ome Bob, ome Bruce, ome Neil of Ome Lou. De kroeg was zo knetter stronken (stoned en dronken) dat het geen reet uitmaakte wat je in welke volgorde afspeelde. Zo draaide je respectievelijk Like a Rolling Stone, Because the Night, Powderfinger en White Light White Heat en DJ Marcus was de rest van de avond druk in de weer met inwendig onderzoek aan vrouwelijk schoon in het naamloze hofje naast de Vagebond.

Maar wie van ons vieren ook draaide, de zaterdagavond eindigde steevast met Further On Up The Road van Eric Clapton, uiteraard in de uitvoering afkomstig van het legendarische album The Last Waltz van The Band. In Further On Up The Road kruisten twee meester gitaristen hun degens – daarmee werd het een ankerpunt van iedere zaterdagavond en de zaterdagavond vormt het ankerpunt in het leven van jonge mannen die zich krampachtig aan elkaar vasthouden omdat de dood van volwassenheid een dode droom is.

 

The-last-waltz-poster

Om tot de kern te komen behoeft het album The Last Waltz wellicht enige verdieping.

The Last Waltz (1976, regie Martin Scorsese) is de titel van het afscheidsconcert van The Band.
Als kind van een jaar of twaalf, zo omstreeks 1982, zal ik The Last Waltz voor het eerst op VHS hebben gezien. Het was een beetje zoals de allereerste keer keiharde porno kijken, met dat verschil dat ik aan The Last Waltz aanmerkelijk meer plezier beleefde. Blijvend plezier dan.

Die videoband van The Last Waltz had Ed ooit opgenomen bij de ZDF. Dus werd er in het Duits nagesynchroniseerd. Robbie Robertson: “Ja ja, selbstverständlich erinnere ich mich noch wann der Levon und ich im ‘Big Pink’ eine Schallplatte machen wollten…. “.

 

Levon Helm

Alle aandacht werd als van nature getrokken door wijlen Levon Helm, de drummer met het karakteristieke stemgeluid dat het effect had van een cirkelzaag in een kippenhok. Zo, althans, voelde mijn hoofd toen ik als achtjarige in 1978 voor het eerst The Night They Drove Ole Dixie Down hoorde (en dan vooral dat koortje…la la la la la la…la la la lal la lala la….).

 

Rock-N-Roll Photos

De volgende eyecatcher was zanger-gitarist Robbie Robertson, een womanizer, een homme fatale. Voor mij was Robbie eigenlijk te mooi, te perfect voor The Band. Als gitarist en zanger echter onovertroffen.

 

Rick Danko

Naast Robbie stond Rick Danko (God hebbe zijn lever), de bassist, die, als hij zong, bewoog als een waggelende eend. Hij verafschuwde het podium, zong daarover en werd onsterfelijk.

(Rick Danko overleed op 10 december 1999 in New York: precies op de dag dat Anita en ik New York verlieten. Hij die in toeval gelooft, heeft boter op het hoofd al is hier de vraag gerechtvaardigd wat Hij precies beoogde met de dood van Danko tijdens ons bezoek aan The Big Apple. Zo’n thema kan mij nog altijd, zeventien jaar later, uren uit mijn slaap houden. Evengoed aanvaardden Anita en ik de terugreis verstomd als twee mummies. Het was Anita’s favoriete The Band-bandlid. Over deze reis schreef ik mijn eerste boek dat ik in een oplage van maar liefst 21 stuks in eigen beheer uitgaf. Titel van het boek Een Laatste Wals.)

 

Ergens achterin, zo ver mogelijk buiten de spotlights van Levon, Robbie en Rick, stonden de toetsenisten Garth Hudson en Richard Manuel, de twee droeftoeters van The Band.

Aan Garth Hudson, meer in het bijzonder aan zijn goddelijke baard, besteedde ik al eens een Blog (zie De Baard Van Garth Hudson).

En sinds ik Richard Manuel I Shall Be Released hoorde zingen, begon ik stilletjes naar mijn eigen dood te verlangen. Die vorm van verlossing verkoos Richard Manuel op 4 maart 1986 toen hij zich van het leven beroofde door zich op te hangen in een hotelkamer in Orlando. Veelvuldig gebruik van drank en cocaïne en een zware depressiviteit deden hem de lus om.

Kortom: de impact van The Last Waltz had in de loop der jaren bijbelse proporties aangenomen.

download

 

Terug naar Rockcafé De Vagebond dat op het punt stond kloten te krijgen en bij die ontmaagding speelde dus zowel The Last Waltz van The Band als Eric Clapton een cruciale rol. Further On Up The Road werd een icoon op onze zaterdagavonden.

Het ging hem niet om de tekst, al had je gehoopt dat de wrakende woorden You been laughing, pretty baby, someday you’re gonna be crying met terugwerkende kracht iets van impact zouden hebben gehad op de toen al suïcidale Richard Manual.

Het had de beat kunnen zijn, dat heerlijke slepende ritme uit de zwoele polsen van Levon Helm, dat ergens halt hield tussen country, rhythm and blues, rock & roll en blues. Met onze band The Night Moves waagden wij ons ooit aan Further On Up The Road, maar bij ons klonk het als een flauwe aftreksel van een Status Quo hitje, met alle respect voor drummer Willem, nochtans de meest getalenteerde muzikant van ons bandje.

Maar ook het ritme was het niet.

Het waren de snaren. De snaren van E.C. (wij noemen Clapton nog altijd “ie-sie”) en Robbie Robertson die een duel om leven en dood aangingen en die de gasten van De Vagebond lieten joelen als dronken zwerfkatten.

 

Ongeveer halverwege dit legendarische afscheidsconcert trad E.C. op. Na fucking Muddy Waters die de zaal zo-even had plat gespeeld met een erotisch geladen Mannish Boy.
De woorden CLAPTON IS GOD, ooit beschilderd in een Londens metrostation, hadden zomaar uit de spreekwoordelijke spuitbus van broeder Ed afkomstig kunnen zijn: zijn onrustige en wilde bestaan ervoer hij als jeuk op zijn rug en zoals wij allen weten is jeuk erger dan pijn. Het was in die jaren alleen E.C. die kon krabben. Met een slagersmes welteverstaan.

 

ERIC CLAPTON & THE BAND – FURTHER ON UP THE ROAD:

 

(Natuurlijk maken wij vandaag de dag graag gebruik van het internetwonder en kunnen wij deze prachtige beelden keer op keer op YouTube terugzien. Enkele decennia geleden moesten wij het doen met de VHS van Broeder Ed en moesten wij ons door de gruwelijke Duitse vertaling heen bijten die onder in het scherm meeliep….”Weiter auf dem Weg wird jemand Dich weh tun sowie Du mich weh tatest…”
Om echt De Vagebond beleving van die jaren te krijgen verdient het wellicht de aanbeveling om het nummer minimaal één keer met gesloten ogen te beluisteren.)

 

E.C. werd aangekondigd door Robbie Robertson, een aankondiging die enige verbazing herbergde.

On guitar…. Eric Clapton?” Alsof Robbie ermee wilde zeggen: Eric, ouwe reus, wat doe jíj hier nou?

Daar staat hij, E.C., schuchter als altijd. Hij overlegt iets met Robbie. Alsof ze terplekke nog een liedje  moeten kiezen. Dat maakte E.C. die dagen overigens niet veel uit. Zijn album Reason to Cry was compleet weggevaagd door de muziekpers. Na zijn drugverslaving in de zestiger jaren had hij dit decennium besloten een innige relatie aan te gaan met ene Jim Beam. De facto had E.C. zichzelf ook al afgeschreven.

Further On Up The Road begint rustig. Haast kabbelend. Je voelt hoe The Band zoekt naar vastigheid in de golfslag en je hoort hoe E.C. kalmpjes meedeint. Op zijn ervaring, op zijn eenvoud. Alsof-ie op zoek is naar een aansteker en een kurkentrekker.

Na 1:05 wil hij beginnen met zingen maar dan…oeps….schiet zijn gitaarkabel uit zijn gitaar. Iedere gitarist met een dorstige keel kent dat, maar bij E.C. geen paniek – in de kleedkamer wacht immers zijn vriend Jim Beam op hem. Jim had altijd een woord van troost en hoop als E.C. zich verstopte in de donkere holtes van het bestaan.

Robbie Robertson, een prof, twijfelt geen seconde, en neemt de solo over. Robbie speelt met vuur, E.C. speelt ganzenbord.

Als de niet erkende stiefzoon van Roy Buchanan legt Robbie meteen al zijn troeven op tafel.

“Te vroeg”, volgens Broeder Ed en Dikke Peet.

“Ech’ nie’”, volgens de Neus en schrijver dezes.

 

Ach vergeet ik helemaal te vermelden, mijn excuses. Er hadden zich twee kampen gevormd: het E.C. kamp (Broeder Ed en Dikke Peet) jegens het Robbie kamp (de Neus en schrijver dezes). Aan een plakkerige statafel werd strijd gevoerd. Rookverboden kenden we nog niet. De atmosfeer zag op duivelse manier lichtgrijs en blauw. Het rook er naar verderf, bier, tabak, seks, verraad en ranzig zweet. Schimmige types met snor en een matje zaten aan de bar. Ze zwegen en droegen een brillen met donkerpaarse glazen. Ze knikten als een taxi was gearriveerd.

 

Popronde-Rotterdam-13-Jon-Tarifa-Cafe-Le-Vagabond-Foto-door-Bart-Notermans-1

(Café De Vagebond heet overigens officieel Le Vagabond maar een beetje Rotterdammer vertikt het natuurlijk om de sjieke “le” te gebruiken. Pleurt op)

 

Iedere seconde van Further On Up The Road werd ontleed. Nu nóg (her)ken ik iedere zucht, iedere noot, iedere tik op de hihat.

Op 1:23 krijgt E.C. een herkansing. Zoals iedereen zijn schuld wordt vergeven, zoals het door Hem is voorgedragen. Hij zweeft over zijn gitaarhals zoals een onbestendig kind over een speeltuin struint.

Na twee minuutjes voelt E.C. aan alles dat hij terrein moet terugwinnen. De labrador moet eruit, de pitbull moet erin.

“Kijk….híer!”, brulde Dikke Peet. Hij sloeg Ed op zijn rug omdat de High Fives noch de ‘boks’ (vuist op vuist ter begroeting) bestond. Dikke Peet hanteerde alleen de boks als zijn gang naar de toilet werd gedwarsboomd.

Broeder Ed lachte zijn Clapton lach. Bescheiden. Ingetogen. Maar van binnen deed E.C. een vuur ontbranden dat hij alleen met bier, erg veel bier, te lijf ging.

“Hier gaat-ie de mist in man!”, schreeuwde de Neus na tweeëneenhalve minuut. En het klopte. E.C. miste een noot.

“Wááánzinnig juist. Hoor eens!”

Ed genoot juist van de imperfectie bij 2:32. Het schisma was daar, ook ik was E.C. fan maar hier moest mijn bloedeigen broer toch ook toegev…

“Ssstt! Verder gaat-ie.”

Na 2:38 neemt Robbie het over. (Het zij overigens toegegeven: ook ík hoorde E.C. liever winnen, uiteraard, zijn aaibaarheidsfactor lag vele malen hoger).

“Hier hoor nou man! Is toch precies Roy Buchanan?”

Anno nu zien wij, op YouTube, hoe Robbie het universum tongzoenend te lijf gaat. De hals van zijn gitaar klemt hij vast als zijn kloppende lul. Dit is goddomme de zuiverste gitaarmasturbatie. Hij trekt zelfs smoelen die de klaarkomende man verraadt. Hier, in dit gedeelte, wordt de strijd in Robbie’s voordeel beslecht.

Vanaf 2:55 is het namelijk gewoon ordinair neuken geblazen. Keiharde porno. Om dit metafoor nog wat uit te diepen, zien we Robbie’s slachtoffer over de keukentafel hangen, en vanachter langs dan onze Robbie die met de broek op de enkels zijn knalharde tampeloeris er zo maar inramt. Hopla. Zonder pardon. Het spel is ongezond gevaarlijk lekker. Onversneden Rock & Roll. Zo moet de gitaar misbruikt worden.

“Hier! Hier! JAAA!”, schreeuwde de Neus die mij beetpakte zoals een boer een vallende zak aardappels grijpt. Ik stootte mijn neus tegen zijn ellenboog. Broeder Ed en Dikke Peet lachten. Zij wísten dat E.C. zou terugslaan, we draaiden het lied immers iedere zaterdagavond. Iedere.

 

EC lachend

(Op YouTube zien we in deze fase hoe E.C. hier de handdoek gooit. Zijn glimlach overdwars liegt er niet om: alsof hij de meerdere erkent in zijn kompaan die meer uit zijn lid leek te kunnen halen dan hijzelf).

 

Op 3:15 worden we uit ons heerlijke lijden verlost en zingt E.C. het tweede deel van Further On Up The Road. (En waarom zouden we hierbij niet meteen officieel aantekenen dat de stem van E.C. altijd het stiefkindje van zijn gitaarspel is geweest? Mijn hemel, wat een hemelse zoetrauwe ellende komt uit de mans gorgel. Het complete zenuwstelsel legt hij bloot.)

Vanaf 3:51 wordt het eind ingezet. Zonder handrem. De afgrond is in zicht. De dienstdoende DJ schroefde het volume op – het klonk zo hard door de speakers dat het geluid zelfs vervormde. We konden elkaar niet langer verstaan hetgeen de bedoeling was.

Ook de mensen uit het Robbie kamp moeten hier toegeven: vanaf 4:00 tot 4:10 laat E.C., de engel, horen waarom alleen Híj als zoon van God werd gezien. Het wordt alleen niet zo heerlijk platvloers als het gevaarlijke spel van Robbie, de duivel.

E.C. bedrijft de liefde, Robbie lijdt een pornobedrijf. Laten we het daarop houden. Op het moment dat E.C. alle moed bijeen heeft verzameld om zijn lid uit de broek te halen, grijpt Robbie in en binnen enkele seconden brengt Levon Helm Further On Up The Road redelijk abrupt tot einde.

 

Lieve lezer nu is het zo: tot op de dag van vandaag geeft Further On Up The Road mij een onbevredigend gevoel, in de meest letterlijke zin. Het voelt als de laatste meters van een touretappe waarbij het finishdoek is weggehaald en de deelnemers van de kopgroep zich verdwaasd afvragen wie nu gewonnen heeft.

Daarom moeten jullie mij helpen. Wie wint dit gitaarduel. Is het E.C. of is het Robbie? Ik zal niet rusten totdat er een definitieve winnaar is uitgeroepen.

Onder de goede inzendingen wordt een avondje ouderwets zuipen aan de Nieuwe Binnenweg 99-B verloot. Om gewoon weer eens de smaak van de kloten van De Vagebond te proeven.

 

Tussenstand per 18-12-2016 (9:59u):

E.C. – Robbie 21-18

 

Nog een keer, omdat ie zo lekker is:

 

 

 

-