Norbert, de true hero van ons team

(Bas Pronk over Norbert de Boer)

 

We schudden hem enthousiast de hand. “We”, dat zijn Dave en ik. Dave als vriend en zijn oude collega van de Rabobank. Ik als vriend in wording en gastheer van deze vaste donderdagochtend bij mijn studio fit20 aan de rand van de Spaanse Polder. Die studio heeft volgens Norbert veel te maken met de reden dat we alle drie zo enthousiast zijn deze ochtend. De zondag ervoor is hardloopaddict Norbert 83ste geworden bij de Bruggenloop. Er deden 11.393 mensen mee. Een zoveelste pr deze periode, die door Norbert wordt toegeschreven aan zijn fit20-inspanningen. Sinds hij er drie maanden eerder mee begonnen is, verbreekt hij pr’s die al jaren onbreekbaar leken.

Er verschijnt een glimlach op het gezicht van Dave. De stoot onder de gordel kondigt zich aan, zeker voor wie Dave een beetje kent. Ik zie de val open klappen, van kilometers afstand. Norbert niet. Dave probeert zijn gezicht in de plooi te houden. ‘Hee Norbert, ik zag wel dat er nog een meisje voor jou finishte. De nummer drie of vier bij de dames geloof ik. Tjezus man, je laat toch geen meid voor je eindigen?!’

Ik lach inwendig. Ik sprak Dave maanden ervoor voor het eerst over mijn wielrenboek Obsessie. Dave vond het een prachtig boek, complimenteerde me de hemel in, maar was meteen duidelijk. Zo prestatief omgaan met wielrennen is niet zijn ding. De romantiek, met zijn team 010cycling mooie avonturen beleven –zowel op als naast de fiets- en sportief bezig zijn: dát is fietsen voor Dave. Maar, voegde de sympathieke Dave er direct aan toe, ‘ik ken wel iemand die jouw broer had kunnen zijn op dat gebied’.

Die broer is Norbert. Net als ik dertiger, kaal, aan de magere kant en streberig op het sportieve vlak. De eerste keer dat we elkaar ontmoeten, is de klik er direct. We praten over onze gedeelde irritatie als mensen zeggen dat we zo’n ingevallen bekkie hebben zo kort voor een groot sportevenement. Norbert: ‘Je bent toch niet ziek, vragen ze dan? Man, wat trek ik dat slecht! Hoeveel mensen van onze leeftijd leven niet ongezond en hebben overgewicht. En dan vragen ze het mij!’

Die Norbert –nummer 83 van de 11.393 deelnemers bij de Bruggenloop – zie ik deze donderdagochtend zijn glimlach verliezen. Hij, de sportieve held die 15 kilometer loopt in de duizelingwekkende tijd van 57 minuten en 42 seconden, donderstraalt door één opmerking van zijn figuurlijke podium. ‘Die meid zat dicht voor me, je hebt gelijk Dave, ik had voor haar moeten zitten.’ Dave kijkt naar mij, dan naar Norbert.

‘Ja….’ Stilte. Dan na twee seconden komt de rechtse directe: ‘Dat is wel écht jammer Norbert.’

Dave kijkt naar mij, op het punt om in de lach te schieten. Maar dat ontgaat Norbert, die zijn droomrace – zijn beste 15 kilometer ooit – druk analyseert. Als beiden een kwartier later van het ene apparaat naar het andere lopen, zegt Norbert opeens. ‘Hier baal ik echt van.’

Dave: ‘Ja Norbert, absoluut jammer.’

Dave en ik lachen nu hardop. Norbert niet. Dit is geen grap.

Het is Norbert ten voeten uit. Een sportman in elke vezel. Die ‘toevallig’ in een maatpak is beland. Die een netwerk heeft om van te watertanden, wat hem de ideale man voor zijn job bij Rabobank Rotterdam maakt. Hij weet het sportieve –met het organiseren/faciliteren van wielerevents- te combineren met de business. Hij weet te verbinden. Hij werkt zoals hij sport: met ongebreidelde passie en daadkracht. Zo ontstaat ook de samenstelling van Rotterdam Fundracers editie 2016; het Alpe d’huZes-team van de Rabobank. Norbert is de motor achter het team, de true hero van ons allen. Want je kunt organiseren en je kunt doen wat Norbert doet. Je kunt vijfduizendste worden bij de Bruggenloop en je kunt 83ste worden.

Dat is wat Norbert onderscheidt. Niks op halve kracht doen. Zo is hij. Als partner, als vader van drie prachtige kinderen, als hardloper en wielrenner (‘dit jaar wil en moet ik echt zes keer omhoog’). Overal gaat hij voor de max. Straks ‘moet’ dat naast zes beklimmingen ook resulteren in honderdduizend euro opbrengst met het team. Dat moet haalbaar zijn, herhaalt Norbert regelmatig als hij weer eens enthousiast opbelt over een aankomende fundraising-activiteit. Bij Norbert nul twijfel, zoals het een sportman betaamt. Als hij ergens voor gaat, is hij niet te houden. Ik bewonder hem. Om plek 83. Maar bovenal om het formuleren van gewaagde doelstellingen op sportief en financieel gebied.

Ondertussen hoop ik maar één ding. Als we straks stranden op 98.135 euro, 89.122 euro of 99.999 euro moet trots regeren bij Norbert. Het grapje ‘jammer dat je het niet gered hebt Norbert’ mag hem op dat moment niet raken.

Want Norbert, ongeacht het uiteindelijke aantal euro’s: bedenk alsjeblieft dat het nooit zo hoog had geworden zonder jouw ongelimiteerde inzet. Je hebt alles gedaan binnen je mogelijkheden. Als sportman moet je dan berusten, ongeacht het resultaat. Dat karakteriseert een groot sporter, een held. Want dat ben je voor mij en heel veel anderen. Ook als er toevallig een keer een meid sneller is.

 

Ondersteun Norbert en bezoek zijn Actiepagina Norbert de Boer voor een donatie.

 

2015-09-30 14.03.46

Bas, Bret, Norbert, Dave en de Spookrijder op de top van Stelvio (30-09-2015)

 

***

 

Lars, (eindelijk een Lars die deugt)

(Marco Hendriks over Lars van den Broek)

 

Hij heet Lars. Tot aan deze Lars had ik, heel eerlijk gezegd, niet veel op met de Larsen in mijn leven. Gek is dat. Je had vroeger een muts van jewelste in je klas die bijvoorbeeld Esther heette en daar worden vervolgens alle Esthers in je verdere leven op afgerekend.

Eind jaren zeventig had je Lars Boom, een tweederangs acteur waar nooit om gelachen noch gehuild kon worden. Hij hield de score bij in Ren je Rot en zoiets doe je niet. Als acteur niet. Nooit niet.

Dan heb je nog Lars Boom, de fietser die met een veel te mooie vrouw is getrouwd. Niet helemaal mijn type. Lars dan. Had er, met zo veel talent, wijs aan gedaan een minder mooie vrouw te huwen. Denk ik. Minder afleiding, meer trainingsuren, meer overwinningen.

En dan heb je nog Lars, de IKEA-kast. Hij kost €406,00 en ziet er heel erg IKEA uit. Laat ik zeggen, je moet er van houden.

Kortom, ik leefde al vijfenveertig jaar lang op een wat gespannen voet met de Larsen in mijn leven; er was geen natuurlijke klik.

Tot die ene woensdag in september. De 30e om precies te zijn. 2015. Op de flanken van de Stelvio. Waar ik leerde dat er meer honden zijn die Lars heten.

Halverwege de beklimming stond hij daar. Bij het roze busje van Leontien’s Ride. Onze Fikkie. Lars dus. Eigenaar van 36Cycling, het prachtbedrijf dat onder meer de wielertenues voor Team Roompot Oranje Peloton verzorgt. Ik reed in een groepje met Bas Pronk en Norbert de Boer. Bas en Norbert wilden stoppen. Plasje. Pannenkoekje. Soepje.

Ik wilde verder. Dieper. Vuiler.

Maar goed, solidariteit is ook zo’n dingetje. Dus ik stopte ook. Plasje. Pannenkoekje. Soepje.

Daarna volgde het tweede smerige deel van de Stelvio. Dat deel dat een einde maakte aan de broederschap. Boerend van het pannenkoekje. En het soepje. Vloekend vanwege de opspelende maag. Het deel waar ik Norbert verliet en Bas mij. Daar waar Bas zijn eigen achterkant werd.

Op de top kwamen de tranen, omdat de overmeestering van een Col een beetje volwassen kerel bij de strot pakt en niet meer los laat. Toen de ijzige kou zich plotseling meester van ons maakte waren wij veroordeeld tot de afdaling van Stelvio, laverend door de smeltende sneeuwresten die in riviertjes de weg afstroomden.De kou sneed door mijn botten. Alsof ik naakt op de fiets zat.

Halverwege stond nog altijd Lars. Onze Lars. Met die lach…. die eeuwige zonnige lach ondanks de schaduw omdat de zon zich op dit deel van de namiddag van hem had afgewend. De eerste regen- en natte sneeuwwolken hingen als zwaarden van Damocles boven de Stelvio.

Maar Lars lachte zijn ondanks alles lach.

“Hey Spookrijdert! Bassie! Nor! Hoe gaat het mannen?”

Lars schonk soep in.

“Sorry Lars. Ik kan niet meer. De kou…”, rilde ik terwijl ik frunnikte aan mijn handschoenen.

“Geeft niks man. Hier. Wach’ effe…”

Hij zette mijn kop bouillon neer en hielp me bij het uittrekken van mijn handschoenen. Op de achtergrond zette Arjan, die eigenlijk Gozert heet, een nieuw plaatje op. Hij draaide de speakers onze kant op. Easy van de Commodores. Gozert zong hard mee. Op zijn René Frogers.

“Godverredomme ik ben v-v-v-verrot man”, bibberde ik. Ik moest mijn zelfbeklag weg zien te vloeken.

“Rustig aan man”, zei Lars met een glimlach overdwars. Rondom zijn ogen hadden zich diepbruine wallen van de vermoeidheid afgetekend. Zij ‘rustig aan man’ lag geheel in lijn met de prachtige plaat van de Commodores die Gozert net had opgezet.

Ik lepelde de bouillon van Lars naar binnen. Hij doopte een Kaiserschmarrn in de Nutella, sneed die in stukkies en overhandigde mij het bordje met de gulste glimlach die ik me op dat moment kon wensen.

Ik kon wel janken.

Ik waande me in de laatste reclamecampagne van Amstel Bier en kon Lars en Gozert wel zoenen. Ik geloof namelijk in mannenvriendschappen en ik ben als de dood dat ook mannenvriendschappen, zélfs mannenvriendschappen, eindig kunnen zijn.

Halverwege de Stelvio leerde ik Lars pas echt kennen.

En Lars fietst mee. Met de Alpe d’HuZes. Donderdag 2 juni 2016 hebben we een afspraak. Dan gil ik hem naar boven. En hij mij. Hij is meer dan een Alpe d’HuZesser. Samen met Norbert is hij medeorganisator van ons Team Rotterdam Funds Racers. Het werk dat Lars achter de schermen voor ons, en dús voor Alpe d’HuZes, en dús voor het KWF, en dús voor alle (ex-)patiënten verzet, is met geen pen te beschrijven. Vandaar dit eerbetoon aan Lars. Onze Lars.

Verdomd!

Ik vind bij nader inzien Lars Boom een prima assistent van Martin Brosius en Lars Boom is toevallig wel de laatste wielrenner die een touretappe wist te winnen.

Nu snel naar de Ikea. Effe een Lars kast scoren!

 

Ondersteun Lars en bezoek zijn Actiepagina Lars van den Broek voor een donatie.

 

2015-09-30 15.06.05

 

 

-