kijkwijzer

“Hij neukt niet meer zoveel als vroeger.”

We hebben het over de papegaai, de agapornis. Die had de geile gewoonte zijn onderlijf te wrijven tegen een flos touw, een vrolijk gekleurd vogelspeeltje, ondertussen hijgjes en kreuntjes uitstotend. Eenieder die weleens wat met zijn onderlijf doet, moet dit bekend voorkomen. Echter, niet iedereen doet dit zonder enige gêne in het openbaar. Onze agapornis dus wel. Dag in dag uit. Uren achter elkaar. Het eerste rose flosje in zijn kooi heeft hij helemaal stukgereden met zijn roodgloeiende anaalstreek. Dus kon ik op zoek naar een nieuwe neukflos. Want Herlina, mijn wederhelft, vond het al zielig genoeg dat hij geen vrouwtje had om zijn lusten op bot te vieren.

“Goede middag, heeft u misschien een neukflos voor onze papegaai?” Zou de gemiddelde vogelhandelaar weten wat een papegaai zoal met een dergelijk speeltje uitvoert? En zou de handelaar in kwestie een dergelijk speeltje dan niet met een vette knipoog (say no more, know what I mean) onder de toonbank door verhandelen, verpakt in een anonieme papieren zak? En passant nog wat vogelsex-adviezen gevend (“U kunt een foto van Pino ophangen, maar ze gaan pas echt hard op een foto van Daphne Deckers meneer”)? Uiteraard ben ik veel te bleu voor een dergelijke vraag en heb ik bij de dierenwinkel volkomen onschuldig gevraagd naar een vogelspeeltje. “Oh de neukflossen! Die hangen rechts achterin meneer, naast de butpluggen voor de hond!”

Maar de laatste tijd staat de agaporno op een laag pitje. In plaats daarvan heeft meneer zich op een nieuwe hobby gestort. Met zijn snavel is hij in staat papier in no time te reduceren tot een berg minieme snippers. Daarbij beperkt onze huisvriend zich niet tot een oude krant of een reclamefolder van de Lidl. Nee, bij voorkeur vergrijpt hij zich aan die jaarcijfers die ik nog moet ondertekenen, die verzekeringspolis die net met de post is binnengekomen of het spiksplinternieuwe studieboek van Herlina. Boeken en tijdschriften met een flinke hap eruit zijn geen uitzondering meer in Huize Spermon. Zaken als paspoorten, papiergeld en autopapieren houden we angstvallig weggeborgen in diepe lades, veilig voor onze vliegende versnipperaar.

Het was niet eens onze vrije keuze een agapornis aan te schaffen. Ik hou helemaal niet van papegaaien. De kleine schreeuwlelijk is zelf komen aanvliegen. Dat was op 16 maart 2007. Zomaar ineens zat hij in een struik bij ons in de achtertuin. Aan het geluid kon ik horen dat het geen halsbandparkiet was, die knalgroene papegaaien waarvan het wemelt in alle grote steden. In Overschie schijnt een boom te staan waarin een hele kolonie elke avond overnacht. Naast de overdosis fijnstof is het in Overschie nu ook gedaan met de nachtrust. De halsbandparkieten zijn in staat strenge winters te overleven, juist door mensen zoveel mogelijk te mijden.

Onze agapornis zocht de mensen juist op. Toen Herlina naar de struik liep en haar arm uitstak sprong hij er spontaan op en kwam mee naar binnen. Waarschijnlijk scheel van honger, de zonnepitten die ik hem voerde waren zo naar binnen gewerkt. Aan het feit dat de vogel spontaan mee naar binnen kwam, verbond Herlina de betekenis dat Hij, de Gevleugelde, ons had uitgekozen. En als Chosen Ones ga je zo’n beest natuurlijk niet de bittere koude in sturen. Dat is vragen om 5 jaar economische crisis.

Dus hebben we hem gehouden. We hadden nog een kooitje staan, waar de kanarie in had gezeten. Daar kon de dolende ziel voorlopig in. Later heb ik een grotere kooi aangeschaft, naïef voorzien van bovengenoemd sexspeeltje.

Het ziet er natuurlijk schattig uit, zo’n klein knalgroen vogeltje met een oranje gezicht. Een soort levende muppet. Het zou ook schattig zijn, als het beest niet zo’n verschrikkelijke tyfusherrie produceerde. Als hij schreeuwt voel je je trommelvliezen scheuren. En hij reageert op alles. Als er ergens, 500 meter verderop in een boom een minuscuul pimpelmeesje ‘Piep’ zegt, is dat blijkbaar een reden om een 120 db scheldkanonnade los te laten. Rustig in de woonkamer een muziekje opzetten of telefoneren is er niet meer bij. En terugschelden helpt ook niet, want de Gevleugelde heeft altijd het laatste woord. Zelfs een doek over de kooi geeft maar even rust. Er hoeft maar weinig te gebeuren of de Jobstijding voor de oren gaat gewoon weer door. Wij hebben geen dancefeesten nodig om onze oren te verpesten. Wij zijn de Chosen Ones. Wij hebben een agapornis.

Mijn schoonouders vinden onze huisterrorist nog wel schattig en noemen hem Chico. Ik zou eerder de naam Chucky hebben gekozen. In de praktijk klinkt vooral “Gek”, “Randdebiel” of “Duivel”. Want veel goeds zit er niet aan en vreugde brengt deze gast evenmin. Hij mag af en toe uit zijn kooi, maar de laatste tijd beperken we die momenten omdat hij alles sloopt waar hij zijn snavel in kan zetten. Ons hele interieur wordt ondergescheten en het is iedere keer een hele toer hem weer in zijn kooitje te krijgen. Het lijkt wel of hij bewust die dingen sloopt waar hij niet aan mag zitten. Als je achter je laptop zit, gaat ie over je toetsenbord lopen. Zit je toevallig te eten, dan prikt meneer vrolijk een snaveltje mee.

allerhandeHet punt is, dat je je gaat hechten aan zo’n beest. Zoals je ook vrienden hebt die zich af en toe als een lul gedragen, maar toch je vrienden blijven. We denken dat zijn vorige baas hem ‘per ongeluk’ heeft laten ontsnappen. Zelf krijgen we het niet over ons laffe hart. Maar er zijn dagen dat je hoopt dat er een lekkere agapornisschotel in de nieuwe Allerhande staat. Agapornis au vin. Confit de Chico. Sateh Papegayam.

Het grootste lawaaislachtoffer is Herlina. Zij wil thuis kunnen werken, maar elk telefoontje wordt overschreeuwd door onze groene vriend. Bij haar werkgever is meneer de lawaaipapegaai inmiddels ook een goede bekende. Je gaat je afvragen waar zo’n uitdrukking vandaan komt. Toen zij na een dag gegil met piepende oren huilend naar mij toe kwam, wanhopig vragend: “Waarom? Waarom wij?”, heb ik voor haar een extra bureau aangeschaft, op zolder in mijn werkruimte. Kan ze eindelijk met goed fatsoen thuis werken en studeren. Het resultaat: gelukzoeker Chico a.k.a. Chucky bezet de hele benedenverdieping en wij, de oorspronkelijke bewoners, zijn verbannen naar de zolder. Voor onze rust. Hij, de Gevleugelde, kwam, schreeuwde en overwon.

[textblock style=”3″]

Naschrift

kooien

De vogel had iedereen overleefd. Papegaaien worden nu eenmaal oud. Nu hij eindelijk van zijn stokje was gegaan zat de grijsaard met het karkas op zijn schoot. Te plukken. Ik hield wel van hem. Ik hield niet van hem. Ik hield wel van hem. Ik hield niet van hem. Ik hield wel van hem. Ik hield niet van hem. Na drie dagen plukken zag het beest nog net zo groen als toen de grijsaard begon.

[/textblock]

 

-