Vandaag, 7 januari 2015, trap ik officieel mijn campagne van Alpe-d’HuZes 2015 af.

Waarom vandaag?

Als goed katholiek speelt de symboliek een rol. Natuurlijk. Vanochtend postte ik al het volgende:

FB post

 

Daaronder volgde de YouTube clip van Lied voor Lex.

 

***

 

Deze 7e januari zat al dagen, weken, maanden in mijn hoofd. Ik moest een beginpunt hebben. Een ijkpunt. Om de stopwatch in te kunnen drukken.

En dat werd 7 januari. De dag dat de Pater Familias van ons broederschap zestig zou worden.

Het Heilige Vuur werd eerder deze week al ontstoken.

Ik kneep Anita’s hand fijn toen we naar de a capella uitvoering van Sur Ma Vie van Charles Aznavour luisterden. Het was buiten winterkoud. In het rouwcentrum probeerde ik me, tevergeefs, te focussen op het bloemstuk dat toch nog op tijd was geleverd. Ma was gerust. Twee linten hingen aan het bloemstuk. Een met onze namen. En een met D’Amour et D’Amitié. Dat had ma uitgekozen.

Tijdens de toespraken van mijn twee neven viel het woord ‘kanker’ regelmatig. Het borrelde in me van onmacht. Op die momenten begint, bij gebrek aan beheersing, de rechterknie te trillen.

Na de uitvaart stonden we buiten en weigerde ik mijn jas dicht te knopen. Ik had een (later onverklaarbare) behoefte aan de snijdende wind op mijn borst. Daarna wilde ik vloeken en het liefst iemand beledigen.

De toon was gezet die maandag 5 januari: ik rook voor het eerst sinds lange tijd voorzichtig aan de Alpe d’Huez.

***

Het is zoeken. Naar houvast. IJkpunten. Symbolen. Routines. Nieuwe zakken voor de oude wijn.

Op zoek naar het Heilige Vuur maakte MAFJE (voor outsiders: dit is het acrostichon van ons gezin bestaande uit Marco Anita Fabienne Jeremy en Estelle) een dag nadien, we schrijven dinsdag 6 januari 2015, gestructureerde plannen met betrekking tot serieuze gewichtsreductie.

Wij doen niets um sonst:

Er moe(s)t een ordner komen om de recepten in te bewaren. Er zouden vier tabbladen moeten komen: ontbijt, lunch, diner en overig. De receptuur uit de Allerhande, van internet geplukte recepten, gekopieerde pagina’s uit kookboeken, tips van Spookrijdende volgers: we gaan ze allemaal in deze ordner bijhouden. Deze ordner gaat Anita morgen kopen. De meiden gaan de kaft beplakken met foto’s en zo. “Je weet wel pap.”

Met afgrijzen dacht ik gisteren terug aan de dag daarvoor. Ik had een bui om te schieten toen ik merkte dat ik mijn zwarte kostuum net, ècht nog maar nèt, paste. Het zelfde pak droeg ik ook tijdens de uitvaart van Lex: toen woog ik minimaal tien kilo lichter. Op mijn riem kon ik gisteren aan een verticaal slijtagerandje zien welk gaatje ik toen gebruikte. Uitgelachen worden door een stille getuige is de ultieme vernedering.

Eén kilo is zes appels. Dat weet ik nog uit de tijd toen ik als scholier, later student, bij de groenteboer werkte. Kortom: ik heb nog honderdzevenenveertig dagen de tijd om het gewicht van zestig appels af te vallen.

Ik ben geen snoeper. Mijn huidige overgewicht heeft veel, zeg maar alles, te maken met rode wijn: een hardnekkige sta-in-de-weg op mijn zoektocht naar Het Heilige Vuur. Om nou te zeggen dat je een alcoholist bent gaat wat ver. Je noemt jezelf liever een liefhebber, dat klinkt sympathieker. Een liefhebber heeft na één glas wijn trek in glas twee, drie en vier. Voor een liefhebber is dat een gegeven, voor een alcoholist een probleem. Unterschied muss sein.

En dan die ochtenden voor de spiegel. Dat je levenloos en lusteloos je tanden staat te poetsen, walgend van dat dikke André Hazes hoofd van je, met die rood doorlopen ogen. En die kater die in je kop beukt. Nog doordringender dan je klanten uit India die je tot waanzin drijven in hun ijver hun inkoopprijs naar beneden te lullen. Goed, op zo’n moment dat je de energie uit je teennagels moet halen dus, dan wordt het pijnlijk duidelijk: dat zijn de momenten dat de Alpe-d’Huez heel ver weg is.

Om die reden heb ik me voorgenomen mijn 010 ISN’T JUST A CODE armbandje te gaan dragen – als constante getuigenis voor mijn liefde voor Rotterdam, als aandenken naar 2013 toen ik ook deelnam aan de Alpe-d’HuZes en als stok achter de deur als mijn treurige vriend, die overheerlijke Pommerol 2009, langskomt voor een goed gesprek.

Ik heb die symboliek nodig. Dat ritme. De routines. Sporten. Trainen. Afbeulen: de uiteindelijke idiotie opzoeken.

Alles moet in dienst worden gesteld van donderdag 4 juni. Dan moet het gebeuren. Alles moet daarvoor wijken. Maar de lome vermoeidheid van een turbulent verlopen 2014 ging in de warme kleren zitten, niet in de koude. Het liep niet. Tijdens de laatste spinsessie flikkerde ik van vermoeidheid haast van mijn fiets af.

Het was maandag 3 november 2014. Ik keek op FOX Sports naar fucking Jong TC Twente – Volendam. Ik heb niets met FC Twente, laat staan met hun Jong, en nog minder met FC Volendam (het dorp dat er prat op gaat een voetbalclub te herbergen die ze, met trots nog wel, het Kleine Ajax noemen, ik bedoel gadverredamme hoe klef wil je het hebben?), maar ik ben een voetbalallesvreter, dus ik kijk alles, goed dus tijdens de gelijkmakende goal van ene Brands van Volendam, pleurde ik haast van mijn spinfiets. Ik had het gehad. Het was 3 november, en al hoewel ik wist dat het jaar nog achtenvijftig dagen zou duren, voelde ik aan alles: ik ga dit jaar de spinfiets niet meer op. Ze kunnen me kapot vallen, zonder te weten wie die ‘ze’ precies zijn.

Die resterende maanden viel ik regelmatig om een uurtje of zes op de bank in slaap: oververmoeid. Mister Positivo Jeremy, ik hou van die gozert, ik bedoel daar niet van, noemde het een power nap. Ja mijn reet. De batterij was gewoon leeg.

 

***

 

Alleen fietsen is me niet genoeg. Alleen schrijven evenmin. Op de kerstkaarten wenste ik mijn omgeving al een zinvol 2015 toe. Het moet zin hebben wat we doen. We mogen niets voor lief nemen.

Als geen ander weet ik dat het Heilige Vuur wel in me zit, maar door anderen gevoed moet worden.

In 2013 fietste ik me uit de naad voor Lex Stockx. Vervolgens kreeg ik zoveel positieve bijval van familie, vrienden, relaties en wat dies meer zij, dat ik daar dagelijks uit kon tanken.

Ook editie 2015 kan ik het niet alleen. Ik wil onze volgers, onze geweldige Spookrijders, weer meenemen op mijn reis. Met jullie wil ik onder meer weten wat onderzoek naar kanker precies inhoudt. Wat wordt onderzocht? En met welk doel? En vooral door wie? Ik ga op zoek naar de helden die dagelijks stapje voor stapje zetten in het gevecht tegen deze ziekte die zich in onrechtvaardigheid niet lijkt te evenaren met welke andere ziekte dan ook.

Wie zijn de helden achter de schermen? Wie doen het veldwerk? Wat beweegt hen? Ik wil het wantrouwen wegnemen en ik wil het liefste Coen van Veenendaal, ongekroonde koning van de leugen, bezoldigd leugenaar en traiteur van de eigen portemonnee, flink in de bek spugen. Hij, alleen hij, is hoofdverantwoordelijk voor de val in omzet van Alpe-d’HuZes van dertig miljoen in 2013 naar twaalf miljoen euro in 2014.

***

Samen kunnen we weer een kleine bescheiden stap zetten. Zonder hulp gebeurt er niets, helemaal niets. Dat is de enige zekerheid die we hebben.

Spookrijders, ik hoop dat we de komende maanden weer samen gaan lachen, huilen, bidden, vloeken, trainen, lezen, schreeuwen, zwijgen, kijken, leren en hopen.

En als we vallen, herpakken we ons.

 

 

***

 

Oh ja, zes keer. Zes keer wil ik hem beklimmen, de Alpe-d’Huez.

 

 

-