Hoe het kutkeffertje van de hoteleigenaar precies heette weet ik niet en het interesseerde me ook geen reet. Blaffende kutkeffertjes… het zijn de grootste vijanden van een controlfreak.

Het presenteren van een avondprogramma vol wielerentertainment lijkt op het eerste gezicht eenvoudig. Op het tweede trouwens ook. Omdat van onderschatting geen sprake mag zijn, houd ik me de laatste tijd wat op de vlakte als er op verjaardagsfeestjes kritiek wordt gespuid op de Van Nieuwerken, Jineks en Pauwen van deze wereld.

Een controlfreak heeft van nature een hondje dood aan onvoorspelbaarheid dus is alertheid te allen tijde geboden, zeker tegenover mijn ondernemende fietsvrienden die gewend zijn snel te denken, snel te schakelen en snel te handelen.

Het feit dat de kutkeffers zich overal en altijd in een vrijstaat wanen komt natuurlijk niet door de kutkeffers zelf, maar door hun baasjes die hun kutkeffers als het middelpunt van het universum zien. Kritiek op hun kutkeffers wordt niet gewaardeerd, laat staan dat hun kutkeffers openbaar gecorrigeerd worden.

Children and dogs will always win, zong de Britse singer-songwriter Graham Parker ooit.

Zo had het kutkeffertje van de hoteleigenaar de gewoonte op bij ieder applaus als een razende rond te rennen op zoek naar adem, liefdesgeluk, vreten, een hinderlaag of een kussen om driftig tegenaan te rijden. Het kutkeffertje in kwestie was door mijn fietsvrienden regelmatig gesignaleerd tijdens een intense copulatiebeurt met een hoofdkussen uit een willekeurige hotelkamer.

Het publiek kon smakelijk lachen om dit roet in het eten gooiende kutkeffertje. Ik kon zijn bloed wel drinken.

Een groot probleem was het nu nog niet, ik had de gasten slechts welkom geheten waarop een beleefd applaus volgde waarop het kutkeffertje begon aan te slaan waarop hij vervolgens als een idioot rondjes begon te rennen. Het gedrag van het kutkeffertje paste bij dit informele deel van de Avondetappe en sloot eigenlijk naadloos aan bij de ongedwongen schoolreisjesmodus waarin een groot deel van het publiek verkeerde.

Ik vermoedde echter een groot probleem later de avond als ik de hoofdgast, voormalig wereldkampioen en Tour de France winnaar Joop Zoetemelk, zou aankondigen. Het kutkeffertje zou niet alleen het momentum verstoren, het probleem zou ernstigere vormen kunnen aannemen als ik het kutkeffertje tijdens zijn run naar de Joop een trap onder het fondament zou geven en dat ík dan door de Joop zelve, per slot van rekening een erkend dierenliefhebber, zou worden terechtgewezen.

Alle scenario’s schoten door mijn hoofd. Zo zou het kutkeffertje, als represaille voor mijn standje, zomaar zijn tanden in mijn geslachtsdeel kunnen zetten. Ga je de annalen in als die Spookrijdert die, tijdens de officiële presentatie van ’s lands grootste sportheld ooit, in zijn lul was gebeten door een kutkeffertje.

Ik had al publiekelijk geopperd dat het kutkeffertje in de barbecue van zijn baasje zou verdwijnen als hij nog één keer zou aanslaan. Er werd gelachen hetgeen mij verbaasde omdat er geen grap aan ten grondslag lag. Ik was bloedserieus.

Toch wist ik dat het moment aanstaande was dat ik Joop moest introduceren. Wat heet, ik was al met mijn aankondiging bezig. De spanning in het publiek was voelbaar. Ik zocht mijn woorden zorgvuldig uit, gebruikte pauzes om de spanning te verhogen en voelde mij een Willem Ruis in zijn beste dagen. Hij raakte zo bedreven in het opvoeren van de spanning dat hij het met zijn leven moest bekopen.

Ik las het verhaal Ik Wou Dat Ik Joop Zoetemelk Was voor over mijn vader en Joop. Mijn woorden echoden tegen de blinde wand die deze week dienst deed als projectiescherm. Ik vocht mijzelf een weg door de tekst die als ode was bedoeld aan alle vaders die de rol van de mens-en-renner Joop Zoetemelk in ons bestaan serieus namen.

Van de stilte konden plakjes worden gesneden. Na mijn laatste woorden klonk een waardig applaus, vanzelfsprekend gevolgd door het metalen geblaf van het kutkeffertje. Alsof het voltallige hotelbestek in één keer in de zinken gootsteen werd gepleurd.

Daar ging het moment en Joop moest nog “officieel” komen.

Toen ik een volgend moment op mijn spiekbriefje keek, zag ik een afgekloven tennisballetje tegen de rand van het zwembad liggen. Halleluja! Geprezen zij het Lam, dat de schuld der wereld op zich nam!

Arjan deed de lichten uit – het filmpje getiteld De Joop eiste alle aandacht van het publiek waardoor ik in alle rust het tennisballetje kon pakken.

Na afloop van het filmpje klonk een daverend applaus dat Arjan en ik nederig in ontvangst namen. Het geklap liet ik bewust wegebben waarna een overdadige oase van rust ontstond die dit historische moment verdiende: de aankondiging van Joop.

‘…Lieve fietsvrienden dank voor het applaus en wát een heeeeerlijke avond is het tot nog toe of niet?…’

Mijn woorden klonken resoluut als het slotpleidooi van een advocaat die overtuigd is van de overwinning van zijn zaak. Niemand in het publiek had in de gaten gehad dat ik tijdens het filmpje het tennisballetje à la Charles Urbanus ver áchter de omheining van het hotel had geworpen.

De Avondetappe met De Joop kon beginnen.

 

 

-