Waar een wil is, is een weg staat er geschreven maar niet alle clichés zijn waar. Willen is niet altijd kunnen en kunnen is zeker niet altijd willen. Maar vaak genoeg is de wil een sta-in-de-weg voor het kunnen of is juist het kunnen een blokkerende factor voor het willen.

De scheidslijn tussen willen en kunnen is vaak zo dun als een zijden draad en soms zo onverbiddelijk als prikkeldraad.

Hij praat er liever niet over, zo wordt gefluisterd in de wandelgangen, over die éne val… die hem van de ene op de andere dag een wielerheld maakte. Maar wandelgangen kunnen of willen niet praten.

Ook die bewuste zondag 10 juli 2011, tijdens de 9e etappe van de Tour de France, ontbrak het wielerheld Johnny Hoogerland niet aan de juiste wil.

Geen centimeter prikkeldraad, nóch de aanstichter van de fameuze val, ene Adrien Hillairet, chauffeur van de auto van France Télévision, noch de welgetelde 33 hechtingen konden Johnny ervan weerhouden om ná de etappe Trui Aller Truien, de bolletjestrui, aan te trekken.

Daarmee was de geboorte van een wielerheld een feit, omdat wij stervelingen pas heldendom ruiken als er bloed vloeit.

In algemene zin kenmerkt de gewone man zich niet in het hebben van bijster veel wielerverstand. De gewone man haalt zijn schouders op als een gegeven coureur zich een anoniem plaatsje in de slagschaduw van het peloton heeft verschaft. De gewone man wil óf het podium óf bloed zien.

Dat was al zo in de tijd van de Romeinen (geef het volk brood en spelen!) toen zij zelf een lijdende Jezus Christus naar de berg Golgotha begeleidden.
Draagt Johnny wellicht dáárom het kettinkje met het kruisbeeld? Herkent Johnny misschien iets in het grote lijden van onze Voorganger?

Wij, het klootjesvolk, willen wielrenners spreekwoordelijk zien sterven op de fiets. Het uiterste van je lichaam vergen is een gevaarlijk samenspel van willen en kunnen en Johnny Hoogerland beheerste dat spel als geen ander.

Wielerhelden vallen niet op door vaak te vallen, maar vallen op door aan te vallen.

Op zondag 23 juni 2013 bedreven willen en kunnen de liefde. Hun liefdesbaby heette Johnny Hoogerland die die dag in Valkenburg werd gehuldigd als Nederlands Kampioen op de weg. Zijn podiumtranen waren van monumentale waarde en verdienen een prominente plaats in het Nationaal Wielermuseum.

Johnny kleurde het Nederlandse wielrennen in een tijd dat er behoefte was aan kleur.

Als hij bergen beklom, deed hij zijn achternaam eer aan. Als hij aanviel brulde zijn leeuwenhart en smolten vrouwenharten bij de hitte van de beeldbuis.

Tijdens zijn wielercarrière kon hij niet altijd wat hij wilde, maar wilde hij alles wat hij kon.

Een Zeeuwse leeuw moet je niet kooien, maar zijn wil evenmin.

 


Regie & Montage: Arjan Smilde
Tekst & Stem: De Spookrijder

 

 

-