Maandagochtend 19 september 2011, Memphis Tennessee

 

‘Welcome to my world, Won’t you come on in?’

Als de poorten van de hemel openen de deuren van Graceland zich voor ons busje dat ons zo-even oppikte bij Heartbreak Hotel waar Lex en ik de eerste nacht in Memphis hadden doorgebracht. De voice-over van onze headset voorzag de entree van commentaar met die typisch glibberig-Amerikaanse galm die overal in je hoofd weerklinkt, waar je in Amerika ook bent. Amerika is een Hollywoodfilm waarin jij de hoofdrolspeler bent en de denkbeeldige voice-over je gids is:

‘Welcome to Graceland…welcome to the world of Elvis Presley…’

…klonk het boterzacht.

Heartbreak Hotel had bepaald niet de grandeur waar Lex van uit was gegaan. Het bleek een kitscherig gebouw met een kitscherig interieur, kitscherige kamers en een kitscherige ontvangsthal waarin kitscherige Elvisprullaria werden verkocht. De primaire kleuren vloekten nog lelijker dan een gemiddelde Feyenoordsupporter.

‘Godnondeju…’, luidde Lex’ eerste reactie dan ook, gewend als hij was aan de luxe van een vijfsterrenhotel. Kankeren kon hij als de beste. We aten kip van een plastic bord met plastic bestek en dronken lauw bier uit een plastic beker. Een dame aan een tafel naast ons at een hamburger. Het vet droop van haar kin. Ze nam een slok uit een emmer cola. Een paars baseballpetje waarop Elvis in gouden letters was geborduurd, balanceerde op haar peroxide permanentje. Ze droeg een korte broek met gymschoenen.

‘Godnondeju, kiek ’s Mar…’, had Lex zoals gewoonlijk te hard gezegd, overdreven gesticulerend op haar blubberbillen die zich rondom de zetel van haar stoel hadden gekruld.

Onderweg van het Heartbreak Hotel naar Graceland kreeg Lex zijn headset niet aan de praat. Deze  peperdure audiotour werd mij als onmisbaar element aanbevolen toen ik online de Elvis Presley Experience DeLuxe had gereserveerd.

‘Veulle gloeiend verrektes kut apparaat, god-non-de-ju!’

‘Lex. Doe ’s gezellig. Dit moest léuk zijn, weet je nog. Ik heb dit voor jou gedaan. Morgen gaan we een aluminiumsmelterij bezoeken. Vandaag is ontspanning. Doe anders net alsóf je het leuk vindt…’

Hij herpakte zich.

 

 

 

 

 

Enkele weken daarvoor was ik benoemd tot directeur van ons bedrijf en als dank voor het grote feest dat hij mij had gegund had ik ons bezoek aan Amerika voorzien van een verrassingsbezoek aan Graceland. Het feest in Eindhoven had ik stelselmatig geweigerd totdat het haast tot een handgemeen tussen ons beiden was gekomen. Hij verweet mij valse bescheidenheid, ik hem grootheidswaanzin. Als compromis organiseerde hij een feest voor mijn familie en vrienden in de Ierse pub op ons kantoor waarbij hij Alex Roeka had uitgenodigd om een gastopreden te geven.

We werden ernstig dronken die avond, Lex als eerste en laatste.

Het is een broeierig warme dag in Memphis, deze maandag 19 september 2011. Door een tropische regenbui zijn de wegen nat alsof de Lieve Heer zojuist heeft gedoucht en Hij geen zin heeft gehad om het asfalt droog te maken met een douchetrekker. Het busje draait langzaam de oprijlaan van Graceland op en Elvis zingt door onze koptelefoons.

‘Welcome to my world, Won’t you come on in?’

 

 

 

 

Ik krijg kippenvel. Tot aan het scrotum.

Ik kan geen genoegen krijgen van dergelijke opdringerige kitsch. Alles in Amerika is over de top en dat is broodnodig om de wereldorde in balans te houden. Tegenover een Joegoslavische VPRO-film waarin we twintig minutenlang naar een stervende koe mogen kijken, hoort een film van Steven Seagal te staan waarin hij zijn vrouw, zus, dochter en nichtje uit de handen van een serieverkrachter redt en en passant onze planeet kernwapenvrij maakt.

‘GEWELDIG MAR, DIT! VET! GOD-NON-DE-JU!’, schreeuwt Lex die zo driftig aan de volumeknop had gedraaid dat hij moest gillen om zijn eigen stem te horen. Hij draaide de knop niet terug, geheel conform zijn karakter.

Ik knik met plaatsvervangende schaamte. Eerst naar Lex, dan naar de buschauffeur die verschrikt in zijn binnenspiegel naar ons had gekeken.

‘MORNING SIR! I AM A JEW FROM HELMOND!’, had Lex zichzelf voorgesteld aan de corpulente zwarte chauffeur. Het was zijn raadselachtige openingszin die hij sinds ons bezoek aan New York in 1999 bij iedere buitenlandse reis bezigde.

Lex was een raadsel en zijn wereld een labyrint.

In de hal van Elvis’ onderkomen had een vrouwelijke voice-over de rol overgenomen van de man met de Hollywoodgalm die mij voor een moment Steven Seagal had laten zijn. In een kamer vol witte pracht en praal staat een chique klassieke piano waarachter Elvis moet hebben gezeten als hij gasten ontving.

De fantasie neemt de regie over.

In de slaapkamer van Elvis werkt de vrouwelijke voice-over zinnenprikkelend. Welk standje zou Elvis hebben geprefereerd, vraag ik me enigszins gegeneerd af. Kwetsbaar als in Love Me Tender, pompend zoals in Steamroller Blues of eerder vurig als in Burning Love?

‘MAR! HIER LAG ELVIS TE POMPEN!’, vat Lex het wat krachtiger samen.

In de keuken zien we in gedachten hoe Elvis zijn favoriete peanut butter and banana sandwich klaarmaakt. Hij glimlacht als achter zijn rug twee vrouwenhanden zijn geslachtsdeel uit zijn opengesperde ochtendjas beginnen te masseren.

Ik krijg terstond een rode kop van de denkbeeldige erectie van the King. Mijn moment van perversiteit ontgaat Lex niet.

‘MAR! WAOR DENKTE GAI AN MENE JONGE?’

In de Jungleroom leunt Elvis’ akoestische gitaar in een lederen bank. Om de ervaring levensecht te maken, klinkt door de headset nu het gelach van zijn vrienden die hem stelselmatig hadden leeggezogen totdat er niets anders van hem overbleef dan een vretend en zuipend karkas wiens eenzaamheid zich vertaalde in een van God verkregen en ongeëvenaard stemgeluid.

We gaan dieper en dieper het leven van Elvis in en is er geen weg terug.

 

 

 

Lex wordt steeds stiller. Het komt mij over dat de levens van Elvis en Lex in fatalistische zin overeenkomsten vertonen. Beiden kijken graag over het randje van de afgrond om vervolgens kopje onder te gaan in de bodemloze poel die zich ergens bevindt tussen willen, moeten en kunnen.

De vrouwelijke voice-over neemt ons mee naar de speelkamer van Elvis. Rondom het biljart wordt muziek gemaakt. Flessen worden geopend. ‘Hey Elvis! One more?’ Hoe meer vrienden lachen, hoe valser zij klinken. Nadat Elvis een bod op vriendschap en op luxe deed, kocht hij het vervolgens blind met open cheque. Niets in Graceland is echt en die wetenschap maakt de muziek van Elvis nog droeviger.

Indringender vooral.

Via Elvis’ kantoor en het paardenverblijf betreden we het Hall of Gold museum met een overweldigende uitvoering van That’s Alright Mama.

‘GODNONDEJU!’, gilde Lex die mij bij mijn arm pakt, ‘VET MAR!’

Chagrijnig of enthousiast, je zál deelgenoot zijn van zijn gemoedstoestand die geen grijstinten kende. Hij kut, jij kut. Hij top, jij top.

Het aantal gouden elpees aan de muren is even indrukwekkend als ontelbaar. Aparte ruimtes zijn ingedeeld met zijn radio- en televisieoptredens, zijn films, zijn oorkondes, zijn awards, zijn bankcheques, zijn kostuums, zijn concertposters.

Voor zoveel grootheid moet zelfs Lex zijn hoofd eerbiedig buigen.

In de benedenruimte van de gym staat wederom een piano. Door de headset weerklinkt nu een overdonderende pianoversie van Unchained Melody – krachtig als een stoomwals en breekbaar als Chinees porselein. Aan deze piano moet Elvis op 16 augustus 1977 zijn laatste noten van Unchained Melody hebben gespeeld waarna hij op het toilet aan een hartstilstand overleed.

De pianoklanken ebben weg, Elvis’ stem is een echo die ons overlevert aan de schaduwzijde van het bestaan.

Voor een moment staat Lex er als aangeschoten wild bij. Om de emoties de baas te blijven heeft hij zijn kin naar voren geschoven en trekt hij een zuur gezicht alsof hij ieder moment iets naars kan gaan zeggen dat onherstelbare schade zal berokkenen bij een derde. Ik ken dat gezicht maar al te goed.

In de wereld van Lex is Lex zelf het grootste wonder.

 

 

 

 

 

 

 

 

Een volgend moment staan we in een ruimte met een verhoogd plafond waar plek wordt geboden aan het historische Aloha from Hawaii concert uit 1973. Het is ons favoriete époque van Elvis. We hadden de gewoonte om rondom de verjaardagen van Lex (7 januari) en die van Elvis (8 januari) de Hawaii-DVD te bekijken. Reden genoeg om alle registers, lees de Hawaiiaanse drankkast, open te trekken.

My Way, de klassieker die de euforie en het diepe verdriet van een mensenleven zo hemeltergend mooi verwoordt, was ontegenzeggelijk op het lijf van Lex geschreven. Door zijn manier van leven sloeg de openingsfrase And now the end is near iedere minuut van de dag op hem.

Buiten wordt de rondleiding op Graceland afgesloten met een bezoek aan zijn graftombe. Met een gebogen hoofd dat eer doet aan koninklijke grootsheid, nemen we afscheid van The King.

‘Kom Mar, we gaan zuipen’, zegt Lex die zijn headset heeft afgedaan.

 

 

 

***

 

Woensdagmiddag 24 juli 2013, Helmond

 

‘Mar?’

‘Hij is in de huiskamer Lex’, zegt Anita die net zijn beddengoed heeft verschoond.

‘Waar is Mar?’

‘Ik haal hem wel eventjes.’

Ik lees het Eindhovens Dagblad aan de keukentafel bij Lex.

‘Mar, Lex vraagt naar je.’

‘OK.’

Ik loop naar zijn slaapkamer, ga op de rand van zijn bed zitten en staar naar zijn uitgemergelde lijf. Het is heet. Lex heeft de lakens deels van zich af gegooid.

‘Zitte gai naar mene lul te kieken?’

‘Ja hij is even indrukwekkend als altijd Lex. Maar wat kan ik voor je doen?’

‘Leeste gai weer een verhaal veur, mene zoon?’

‘Ja tuurlijk Lex. Zeg maar welke.’

‘Die van Elvis. Dat we samen naar Graceland gingen. Gai en ik….’

‘Da’s goed Lex….gaat-ie….

Maandagochtend 19 september 2011, Memphis Tennessee

‘Welcome to my world, Won’t you come on in….

Als de poorten van de hemel openen de deuren van Graceland zich…(…)’

 

***

 

Een dag later, donderdag 25 juli 2013, zou Lex op 58-jarige leeftijd sterven aan de gevolgen van alvleesklierkanker.

Vandaag, maandag 7 januari 2019, zou hij 64 jaar zijn geworden. Zijn aanwezigheid wordt nog iedere dag gemist en vertaalt zich in mijn jaarlijkse deelname aan Alpe d’HuZes.

Meevechten?

Dat kan op mijn Alpe d’HuZes Actiepagina via déze link!

Namens alle Lexen bedankt!

 

 

 

 

-