‘Keep it simple’, zong JW Roy op maandagochtend 29 mei 2017 vlak voor vertrek naar de Alpe. Anita pakte de koffers in en ik maakte me zorgen over de plots afgebroken synchronisatie van de Alpe d’HuZes afspeellijst op onze oude trouwe iPod Classic die het elk moment kon begeven.

De woorden van JW kwamen zo ongefilterd door dat het leek of hij zich persoonlijk tot mij had gericht. ‘Keep it Simple’ klonk als reisadvies en aangezien ik als Spookrijder reis om te leven (andersom beslist niet) werd het, zo vlak voor vertrek richting Alpe d’Huez, maar eens tijd dat ‘Keep it Simple’ mijn levensfilosofie werd.

Uiteindelijk blijk ik gelukkiger te worden van Elvis dan van Radiohead.

Zo hoeft het receptuur van de voorbereiding op Alpe d’HuZes ook niet al te ingewikkeld zijn. Je pakt je koffers in. Je fiets. Je fietstas. Drinken. Junkfood. Je iPod. Je vult het adres van de eindbestemming (Hôtel Au Chamois d’Or, 169 Rue de Fontbelle, 38750 Huez) in op de TomTom en de weg naar het Paradijs is geestelijk al ingezet. Je hoeft alleen nog maar gas te geven.

(Die TomTom moet het dan wel doen natuurlijk. In al haar over-ijver had Anita gisteravond nog een doekje over het paneel gehaald om wat vetvingers te verwijderen, waarna het scherm op zwart schoot en het gehele computersysteem van de auto een reboot nodig had bij de Renaultgarage waardoor wij al met al een anderhalve uur vertraging op zouden lopen).

Dergelijke kleine ergernissen vormen wel drempeltjes in mijn streven om het leven simpel te houden. Je vergeet snel het hoofddoel van een Alpe d’HuZes reis: kanker de wereld uit. Als de morele lat zo hoog ligt en zolang je je dat steeds maar weer realiseert, is de tegenwoordigheid niets meer dan een futiliteit.

Ver voorbij Eindhoven was ik echter nog niet tot rust gekomen.

Het was niet alleen de vertraging opgelopen door de haperende boordcomputer of de zoek geraakte haarföhn die beslist mee moest. Onvoorspelbare verkeersmanoeuvres van medeweggebruikers verleidden mij tot uitspraken waar ik niet veel later veel spijt van kreeg omdat ze nogal haaks stonden op het doel van deze reis.

Lang leve de wurggreep van het paradox.

De manoeuvres waren niet alleen onvoorspelbaar (zonder richting in- en uitvoegen, tegen de muur die mensen), maar ook onnodig. Zoals te lang links blijven rijden als ik er plankgas langs wil. Ik bedoel: ook de medemens zou zich mogen inzetten om het leven simpel en overzichtelijk te houden en daar hoort ruim baan voor snellere auto’s zeker bij.

Pas op de Autobahn 61, zo ergens tussen Mönchengladbach en Koblenz (ik had in mijn drang naar snelheid ervoor gekozen om door Duitsland te rijden) kreeg de muziek eindelijk vat op me. ‘Keep it Simple’ ja. Dus geen moeilijk gedoe. Geen Nick Cave, John Cale of de onheilspellende jazz van Sonny Rollins. Keep it Simple.

Dus de Alpe d’HuZes verzamel afspeellijst.

Ieder jaar nam ik een CD op voor Alpe d’HuZes: een CD telde 21 liedjes omdat iedere bocht een lied verdiende. Vier Alpe d’HuZes deelnames leverden dus zomaar 84 liedjes op. De liedjes refereerden aan de levensverhalen die ik optekende uit de monden van patiënten, ex-patiënten en/of nabestaanden. Deze afspeellijst had ik thuis aangevuld met liedjes die pasten in het profiel van Alpe d’HuZes. Zo had ik deze ochtend nog de Alpe d’HuZes afspeellijst aangevuld met 25 liedjes waarmee ik Lex pleeg te herdenken.

Muzikale melancholie blijkt mij, merkwaardig genoeg, troost te bieden. Ik zie pas licht in de tunnel als ik mezelf dieper in de put peins. Ik ga het verdriet niet uit de weg, maar zoek het juist op. Om die reden doe ik ieder jaar mee aan Alpe d’HuZes.

Op zoek naar het doucheputje van mijn ziel.

Dus geen blijmoedige deuntjes als ik Lex mis. You Can Close Your Eyes van James Taylor drukte me nu, op de Autobahn 61, tussen Mönchengladbach en Koblenz, met de neus op de feiten. Ik ging terug in de tijd. Juli 2013. Lex worstelend in zijn bed. Broodmager. Zwetend.

 

‘Mar, leesde gai nog een verhaaltje veur, m’nen zoon?’

James Taylor maakte het leven simpel.

Alhoewel.

Ik vloog plankgas door de tijd, zag hoe de felle zon door het panoramische dak het vermoeide gezicht van Anita bescheen, voelde het leven in mij wellen, had haar slapende mond spontaan willen kussen en genoot op een vreemde manier van de tijdelijkheid van de mens omdat ik me plots besefte dat juist de eindigheid tot de diepste (en dus mooiste) creaties leidt.

Tijdens zijn ziekte hield ik meer dan ooit van Lex en die diep gekoesterde liefde werd niet gevoed door medelijden, maar juist door de troost van de sterfelijkheid.

Ik betaalde de péage ergens bij Chambéry en wilde maar één ding: de Alpe d’Huez op om bevrijd te worden.

Vanaf Grenoble verlieten we de autoroute. Deze slingerende weg (de N85 die naadloos overgaat in de D1091) richting Bourg d’Oisans kennen we. Niet alleen de imposante bergwanden die de weg omgeven, niet alleen de Romanche, het wilde bergriviertje dat zich een baan vecht tussen de autoweg enerzijds en de rotspartijen anderzijds, niet alleen de elektriciteitsmasten die de natuurlijke pracht zo krachtig ontsieren.

Het is de sfeer die je, zo’n beetje nadat je het gehucht Séchilienne voorbij bent, bij de keel grijpt en niet meer loslaat.

Hoe dichter we de Alpe naderen, hoe meer bont geklede wielrenners de omgeving sieren. Het legendarische wielerdorp Bourg d’Oisans, het Valkenburg van Frankrijk, is het jaarlijkse bedevaartsoord voor ons Alpe d’HuZessers. Daar vinden wij hoop en troost. In bocht 7 kan bovendien boete worden gedaan door een vloekende weerloze zoals ik.

Er wordt getoeterd naar de fietsers. Duimpies gaan omhoog. Evenals mijn hartslag.

Anita zet de afspeellijst Alpe d’HuZes 2017 op. Het leven wordt weer simpel. Overzichtelijk. We kennen onze bestemming. We zeggen niets. De muziek maakt praten overbodig.

Bij het gehucht Rochetaillée draait de D1091 scherp naar rechts. We passeren de camping Château de Rochetaillée waar wij in 2013 verbleven. Lex leefde nog. ‘Stop stop stop godnondeju’, smeekte hij als het lachen hem bij het voorlezen uit het boek Spookrijder teveel werd. Het boek telde 42 hoofdstukken: 42 verhalen over het leven dat ik aan zijn zijde mocht beleven.

Op de Alpe d’Huez wachten de geesten van onze dierbaren ons geduldig op.

Ik tilde Lex naar het toilet. Hij woog niets. Hij hield met beide handen zijn buik vast. Zijn buik was zwanger van tumoren. Op het toilet rookte hij een sigaretje. ‘Zitte gai naar m’nen lul te kieke?’, vroeg hij me onbesuisd als altijd.
‘Uw vriend moet enorme pijnen hebben gehad’, zei zijn huisarts na de uitvaart zonder plakkie cake. ‘Maar hij klaagde nooit’, antwoordde ik. Daarna begaf ik me naar het toilet van Paviljoen de Warande in Helmond waar ik met mijn vuist mijn gezicht in spiegelbeeld wilde verbrijzelen.

Lex was mijn baas, mijn oom, mijn zoon, mijn vader, mijn door de kanker verzakende vriend.

‘Kan ik iets voor je doen?’, zingt Huub van der Lubbe nu.

Je doet al meer dan genoeg Huub. Je zingt eigenlijk precies wat ik wil horen. Je maakt mijn leven nu simpel en dat is broodnodig. Soms wil je helpen. Soms wil je geholpen worden. Soms kan je helpen. Soms kan je geholpen worden.

Ik ben het stadium van willen of kunnen intussen voorbij.

Ik móet helpen.

 

 

Ik slik. Ik vloek. Sentimentele graftak. Mietje. Je bent het slapie van Gerard Joling. Huilebalk. Bij de les blijven nu. Je bent al in Bourg d’Oisans. Je gaat zo live op Facebook voor een eerste reportage. Laat je niet kennen nu. Omarm het leven. Bied troost. Ken geen zelfmedelijden. Ontzie jezelf niet.

Rechts passeren we de Casino. In 2013 deden we er boodschappen. Lex stuurde een e-mail. Hij verontschuldigde zich voor zijn afwezigheid. Het gíng gewoon niet. De chemo had alle levenssappen van zijn lichaam geëist. De duivel vierde een feestje. ‘Succes Mar, m’nen zoon. Ik ben zo verrektes trots op oe. Wat hebben wij toch veel meegemakt m’nen zoon. Gas erop nu!’

Ik verstopte me achter een enorme stapel meloenen. Anita was me kwijt. Pas buiten voegde ik mij bij de groep. ‘Waar zat je nou?’, vroeg ze een tikkie nijdig maar altijd bezorgd. Als antwoord overhandigde ik mijn iPhone. Daarna trok ze wit weg en zong Cat Stevens Father and Son.

 

 

Het eerste filmpje zit erop. We zijn inmiddels gestopt in bocht 8 waar Anita een foto van mij maakte bij het spandoek NIETS DOEN IS GEEN OPTIE van Team Peter. Net als Lex smeekte ook Peter om genade toen we enkele schunnige passages uit het verhaal De Pil van Myosotis de revue lieten passeren. Mijn stijve lul bij de dansvloer van discotheek Alcazar deed hem bijna de das om. ‘Hou op hahaha hou op man….nee ga maar door…’, zei hij. Gerdian gaf hem een glas water. De tranen rolden over haar wangen van het lachen. Ze morste wat water over zijn buik.

 

Gepostet von Marco Hendriks am Dienstag, 30. Mai 2017

 

In bocht 7 hangen soldaten posters, spandoeken en foto’s op. Ondertussen schaaft God mijn strot droog met hoge kwaliteit schuurpapier. Het is Zijn specialiteit. Dit is Zijn terrein. Het Paradijs.

In bocht 4 spring ik over een muurtje om me te laten fotograferen ter ere van Yvon en Cor. Zij kozen het liedje Op Straat van Guus Meeuwis. Dat lied koppelde ik aan bocht 4. Dit is mijn eresaluut. We gaan hoger en hoger. De zon schijnt zonder gêne. We zijn op weg naar bocht 3. Het dak en de ramen staan wijd open. De muziek staat loeihard. The Rising van Bruce. Altijd Bruce.

Op hem vertrouw ik meer dan op mezelf.

Ik voel een diepe behoefte om mijn teamgenoten te zien. Ik moet ze vasthouden, hun borstbeen tegen de mijne voelen. De combinatie van de muziek van Bruce met mijn fietsvrienden op de Alpe maakt me een weekdier. Toch weet ik dat ik hard moet blijven. Hard, hongerig en in leven.

We moeten omhoog.

‘Als je de hoop in mensen verliest, moet je naar Alpe d’HuZes gaan’, zegt Anita te pas maar nooit te onpas. Ze heeft gelijk.

Alpe d’Huez is het Paradijs waar iedere TomTom werkt.

Een Nederlandse auto voor me stopt. Abrupt. Midden op de weg. Vlak voor bocht 2. De bestuurder stapt uit, laat zijn portier open staan en rent huilend op een zojuist afgestapte fietser af. Ze omhelzen elkaar. Ik kan geen kant op. Letterlijk niet. Figuurlijk niet. Even verder lopen twee mannen een eenzame polonaise op een hoempapa uitvoering van Mag Ik Dan Bij Jou van Claudia de Breij.

We toeteren als we voorbij rijden.

Dit is Alpe d’Huez. Dit is Alpe d’HuZes. De berg waar we de dood wreken en het leven vieren.

Simpel.

***

Doneren? Dat kan hier!

 

 

 

Lees hier het Alpe d’HuZes verhaal Halo

Lees hier het Alpe d’HuZes verhaal Hemelbestormers

 

-