Rotterdam, 4 september 2019

 

Lieve Martijn,

 

Eerder deze week werden we opgeschrikt met het nieuws dat jij, onze Paradijsvogel, bent weggevlogen.

Nadat ik van de eerste schrik was bekomen, gingen mijn gedachten terug naar donderdag 4 mei 2017 toen wij hadden afgesproken in het restaurant van François Geurds.

Ik droeg die dagen een baard die een nogal onbestemde structuur kende. In een onbewaakt moment had ik mezelf voorgenomen om mijn baard te laten staan totdat Feyenoord kampioen zou worden. Dat zou tien dagen later een feit zijn, maar ze hadden al weken daarvóór kampioen kunnen en moeten worden.

Nadat jij me schaterlachend had gewezen op de gelijkenis tussen mijn warrige baard en die van een selectiespeler van Feyenoord  (“MARCO! DIE BAARD! JE LIJKT VILHENA WEL MAN, STAAT JE GOED HAHAHA!”), begon het gesprek dat vanaf seconde één tot aan de laatste seconde het uiterste van mij vergde.

Je sprak die 4e mei op een manier zoals het leven in algemene zin bedoeld moet zijn: vol overgave, zonder rem, vol passie, zonder reserve, vol levensliefde, zonder cynisme.

Je verstond de kunst te schaterlachen onder het huilen. Jij, lieve Martijn, deugde van top tot teen. Je was een orkaan die me omver wist te blazen met je bulderlach, maar als de situatie daar om vroeg stelde je evengoed je luisterend oor ter beschikking.

Tijdens Alpe d’HuZes 2016 stond jij vóór het bordes van Restaurant Le Passe Montagne moederziel alleen en ín de stromende regen alle deelnemers omhoog te schreeuwen, Rotterdam Fund Racers of niet. Ik keek zo-even het filmpje terug. Je had een lichtblauwe deken om je koude lichaam gewikkeld. In de ene hand hield je een paraplu vast, in de ander een microfoon. Je boodschap was voor iedereen eensluidend (“kom op joh, je kan het want jij… jij bent een kánjer!”), maar door het kwaliteitsarme geluid klonk je als een interim kantinebaas die voor een beperkt publiek de bingonummertjes voorlas.

Jij gaf liever dan je nam en je nam zelfs mijn grofheden voor lief.

Jij, Paradijsvogel Martijn, was ook veel dingen níet. Zo was je níet veroordelend, níet boosaardig, níet onbeschoft en last but not least was je bepaald niet gezegend met een groot fietstalent.

Wij, jouw fietsvrienden, hebben jou als ontwapenend, royaal, gastvrij, intens, empatisch, complimenteus, emotioneel en meelevend leren kennen. Ieder mens is uniek, maar we zijn het erover eens dat het ene exemplaar van de homo sapiens nét iets unieker blijkt dan het ander.

Op donderdag 4 mei 2017 sloeg jij me met de ene na de andere levenswijsheid om de oren waarbij je op niet één cliché te betrappen viel. Ik voelde aan alles: heel veel mooier dan Martijn gaat de Schepper ze niet maken.

Vlak voor acht uur, het moment van de dodenherdenking, namen we uitgebreid afscheid van elkaar. Plukken van mijn ongestructureerde en tamelijk gedesoriënteerde Tony Vilhena baard bleven hangen in jouw wollige vest.

Je huilde van puur geluk en voor een moment was ik de gelukkigste man op aarde.

Mijn hemel wat zal jouw schaterlach op aarde gemist worden, maar ik zweer je bij alles wat ik liefheb dat ik voor de rest van mijn leven omhoog zal kijken bij iedere bulderlach die ik in mijn omgeving zal horen.

Want dan weet ik dat jij, onze allermooiste Paradijsvogel, voorbij komt vliegen.

Een behouden vlucht wensen we je toe,

Je vrienden van de Rotterdam Fund Racers

 

                Voor Cécile, Arnout en Wouter

 

Lees hier zijn levensverhaal Paradijsvogel Martijn terug.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

-